Jan Noorlandt bekeek 6000 geboortekaartjes: „Opvallend is opkomst van het woord wonder”
Op Nederlandse geboortekaartjes is de religieuze ontwikkeling van ons land af te lezen, stelt Jan Noorlandt. „Vanaf 1980 komt de naam God minder op de kaartjes voor.”
Binnenkort verschijnt van zijn hand ”Dank aan God. Religieuze aspecten van het geboortekaartje”. Het boek op A4-formaat toont oude en nieuwe geboortekaartjes. Noorlandt zoomt in op het onderwerp religie en trekt een aantal opmerkelijke conclusies. Later komt hij met een uitgave waarin ook andere aspecten van de geboortekaartjes, zoals de geschiedenis van de ooievaar, aan de orde komen.
Hoe komt u aan die geboortekaartjes?
„Voor mijn werk als beheerder van het landelijk documentatiecentrum van de Christelijke Gereformeerde Kerken krijg ik van alles toegestuurd. Op een keer ontving ik een doos met geboortekaartjes uit Friesland en ik raakte geïnteresseerd. Het bleek dat er geen grondige studie gedaan is naar deze kaartjes en ik besloot het op te pakken. Door interviews in de pers, via LinkedIn en Facebook en middels spreekbeurten kreeg ik steeds meer kaartjes. Soms mocht ik alleen een kopie maken en moest ik de originelen terugsturen, maar in de meeste gevallen mocht ik de kaartjes houden. Ik heb er nu ongeveer 6000.”
Wat voor kaartjes hebt u?
„In de verzameling zitten kaartjes uit alle provincies, verspreid over meer dan honderd jaar. Sommige hebben een protestants karakter, andere een rooms-katholiek, weer andere zijn neutraal. Het eerste kaartje dateert uit 1913. Het laatste kaartje is van dit jaar. Omstreeks de vorige eeuwwisseling is het versturen ervan begonnen, opvallend genoeg alleen in Nederland en Vlaanderen. In andere landen wordt de kennisgeving van een geboorte in de krant gezet of mondeling doorgegeven. De meeste immigranten in ons land hebben de gewoonte van het versturen van geboortekaartjes niet overgenomen.”
Hoe hebt u uw onderzoek opgezet?
„Ik heb contact opgenomen met prof. dr. Nicoline van der Sijs, toen als taalkundige verbonden aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Zij raadde me aan elk kaartje niet alleen te digitaliseren maar ook uitgebreid te beschrijven. Ik ben blij met haar adviezen. Het beschrijven van elk woord heeft me honderden uren gekost. Het werk is saai maar de oogst is leuk, want nu is vergelijking mogelijk.”
Noemt u eens een paar opvallende uitkomsten.
„Dat is bijvoorbeeld de vermelding van de naam God op de kaartjes. Die kwam het meeste voor in de jaren 1950 tot 1980. Daarvóór waren de kaartjes meer als neutrale kennisgeving beschreven. Na 1980 werd het gebruik van het woord God minder. Opvallend is de opkomst van het woord ”wonder”. God verdwijnt, maar het wonder komt. De geboorte van een kind wordt in brede lagen van de bevolking als een wonder gezien. Nog zoiets: het woord ”dankbaar” wordt vanaf 1990 minder om plaats te maken voor het woord ”trots”. Dankbaar drukt een relatie uit; trots is een synoniem voor blij.”
Zijn er bijzonderheden voor de Biblebelt?
„Die zijn er een paar. Het woord Heere of HEERE wordt pas vanaf de jaren tachtig regelmatig gebruikt. Daarvoor koos men meestal het woord God of Almachtige. De bekende zin „De Heere, Die leven gaf en leven spaarde”, kwam nagenoeg uitsluitend op de Biblebelt voor. Ik ben die uitdrukking voor het eerst tegengekomen op een kaartje uit 1949 in Woudenberg. In de jaren 1990 was die dominant in de gereformeerde gezindte. Tegenwoordig komt die zin nog wel voor, maar er is ook in de gezindte een groot aantal zegswijzen om de geboorte van een kind aan te kondigen, met dank aan God.”