Minister De Bruijn: klimaataanpak Wereldbank moet beter
De Wereldbank moet meer doen voor het tegengaan van klimaatverandering. Dat heeft demissionair minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Tom de Bruijn gezegd tijdens de jaarvergadering van de internationale organisatie in Washington. Volgens de bewindsman is het belangrijk dat de klimaataanpak van de bank „concreter en resultaatgerichter” wordt.
Hij stelde onder meer dat er in de plannen van de Wereldbank expliciete toezeggingen moeten komen als het gaat om het beperken van de opwarming van de aarde tot 1,5 graad. Daarbij zou een deel van het geld waarmee ’s werelds grootste ontwikkelingsinstituut projecten steunt, speciaal bestemd moeten worden voor klimaatinitiatieven. De Bruijn vindt ook dat de bank bij het beoordelen van projecten telkens moet kijken of deze wel in lijn zijn met het Klimaatakkoord van Parijs.
De Nederlandse minister was in Washington niet de enige die zich hardmaakte voor meer aandacht voor de klimaatverandering. Wereldbank-president David Malpass liet in een verklaring weten dat er op de vergadering veel is gesproken over het klimaat. Volgens hem zal zijn organisatie zich er komende jaren voor inzetten om op dit thema meer resultaat te boeken. „Maar er is nog veel meer te doen”, zo benadrukte hij ook. De coronacrisis heeft ontwikkelingslanden volgens hem een stuk kwetsbaarder gemaakt.
Ook De Bruijn stipte aan dat er nog veel andere problemen zijn die aandacht vragen. Hij noemde het van cruciaal belang dat de Wereldbank de armste en meest kwetsbare bevolkingsgroepen helpt. Dan gaat het bijvoorbeeld om jongeren en vrouwen in arme landen meer toegang te geven tot onderwijs en medische voorzieningen. Ook het helpen bij de verspreiding van coronavaccins, hoort hier volgens De Bruijn bij. In veel landen zijn grote delen van de bevolking nog niet gevaccineerd, met als gevolg dat het voortwoekerende virus daar nog voor veel schade kan zorgen.
Verder vroeg de minister aandacht voor de bevolking van Afghanistan. Volgens hem zou de internationale gemeenschap afspraken moeten maken over hoe het land aan goede basisvoorzieningen, onderwijs en gezondheidszorg kan worden geholpen, en hoe ervoor gezorgd kan worden dat mensenrechten worden nageleefd. De Bruijn ging ook in gesprek met een bestuurder van de Wereldbank voor de Zuid-Aziatische regio over mogelijkheden om tijdelijke basisdiensten te verlenen aan Afghanen in nood. Dat zou dan moeten gebeuren zonder dat er geld naar de Taliban gaat.