Oproepen tot boycot zangavonden ongepast
Iedereen mag denken wat hij wil van de coronapas. Maar oproepen tot het boycotten van koren die zich bij concerten aan de overheidsregels houden, is ongepast.
Na anderhalf jaar zwijgen mag er weer gezongen worden in koorverband. Na de zomer hebben de meeste koren de repetities weer hervat, ook de grotere. We hebben ernaar uit gezien: elkaar weer ontmoeten, in groepsverband musiceren en de Schepper van hemel en aarde groot maken in ons lied. En nu verschijnen de eerste koorconcerten weer in de concert- agenda. De lofzang klinkt weer. Wat een vreugde.
Toch is dat niet voor iedereen zo. We kennen allemaal de maatregel: vaccineren of testen, en de coronapas aan de ingang. Het levert veel onrust op. En met name die onrust wil ik graag onder de aandacht brengen. Nee, ik wil geen stelling nemen of pleidooi voeren voor het één of tegen het ander. Daarin hebben we allen onze eigen verantwoordelijkheid. Maar er zijn personen die menen een oproep te moeten doen om koren en musici te boycotten als ze –geheel volgens de regels van onze overheid– zich houden aan de maatregelen aan de ingang van de concertlocatie. Daartoe oproepen op sociale media met de nodige grootspraak is naar mijn mening ongepast.
Frustratie
Moeten we dan alles maar slikken en stil vanaf de zijlijn gadeslaan? Aan het begin van de pandemie was er veel eensgezindheid. Nu blijkt er een grote verdeeldheid te zijn met veel frustratie en zelfs woede. Mensen laten zich in hun reacties vaak door hun emoties leiden. Dat is begrijpelijk, maar de vraag is of dhet verstandig is. Hoewel ik ervan overtuigd ben dat er ruimte mag zijn voor het uiten van emoties, is het goed om hier biddend mee om te gaan in plaats van dat we elkaar proberen de pas af te snijden met een boycot. De Bijbel doet ons daarin een handreiking.
In Ezra 3 lezen we over de herbouw van de tempel. In vers 3 staat: „Velen huilden met luide stem terwijl anderen met gejuich en blijdschap hun stem verhieven.” Voor beide emoties was er ruimte. Ze veroordeelden elkaar niet. Het geheim daarvan wordt verwoord in het eerste deel van het hoofdstuk: „eerst herbouwden ze het altaar.” Ze verzamelden zich dus rondom de plaats van de offerdienst, waar de dienst van de verzoening plaatsvond. Ondanks de omstandigheden (vers 3) brachten ze offers en was er een viering. Vanuit die houding gingen ze aan de slag.
En vanuit die houding past het niet om een ander de maat te nemen. Nogmaals: wil dat zeggen dat we niet scherp mogen zijn of alles maar moeten slikken? Integendeel. Maar misschien is het goed (dat zeg ik ook tegen mezelf) om, als we al iets willen plaatsen op de sociale media, eerst langs het altaar te gaan en daar te vragen: „Is het verstandig om dit bericht in de openbaarheid te brengen? Draag ik met dit bericht iets bij aan de opbouw van onze maatschappij en aan Uw Koninkrijk?”
Veilige vesting
Na anderhalf jaar zwijgen, verschijnen de eerste aankondigingen weer van koorconcerten. De lofzang mag weer klinken. Afgelopen zaterdag klonk ergens Psalm 46. Een psalm die spreekt over onze God Die bogen breekt en speren in stukken slaat. Deze God is Heere van de legermachten en voor ons een veilige vesting.
Laten we onze zorgen bij Hem brengen in plaats van op sociale media. Laten we in liefde met elkaar omgaan in plaats van elkaar de maat nemen. Laten we Hem groot maken in ons lied en zingen: „De Heere heeft grote dingen bij ons gedaan en daarom zijn wij verblijd.” Zodat anderen zullen zeggen: „De Heere heeft grote dingen bij hen gedaan!”
De auteur is dirigent en organist.