Kabinet bereid te kijken naar vaste bedragen voor toeslagenouders
Het demissionaire kabinet is bereid te kijken naar de mogelijkheden om met vaste bedragen te werken bij de compensatie van gedupeerden in het schandaal rond de kinderopvangtoeslag. Zo’n aanpak zou de commissie kunnen ontlasten die nu van duizenden mensen afzonderlijk de daadwerkelijke schade moest vaststellen.
Staatssecretaris Alexandra van Huffelen (Toeslagen) deed die toezegging tijdens een debat met een zeer kritische Tweede Kamer. De partijen dringen collectief aan op een veel snellere afhandeling van het toeslagenschandaal. In het huidige tempo duurt het waarschijnlijk nog vele jaren voordat alle gedupeerde ouders zijn gecompenseerd.
Het kabinet besloot eind vorig jaar alle slachtoffers in ieder geval 30.000 euro toe te kennen. Dat bedrag mogen ze hoe dan ook houden en wie meer schade heeft geleden, krijgt die alsnog vergoed. Dat betekent dat individuele dossiers volledig moet worden beoordeeld. Inmiddels zijn dat er tienduizenden. Onder meer VVD, CDA en ChristenUnie opperden dat het veel werk kan schelen als er bijvoorbeeld per schadejaar een vast bedrag wordt uitgekeerd.
Van Huffelen waarschuwde wel dat bijvoorbeeld het indelen van de gedupeerden in categorieën „best ingewikkeld” is. Er zijn immers grote verschillen in de bedragen die mensen hebben moeten terugbetalen. „En is iemand echt happy als hij nou net onderin de staffel zit?”
Daarnaast valt nog te bezien of deze aanpak wel echt tot de gehoopte versnelling leidt. Van Huffelen wees erop dat het kabinet er begin dit jaar van uitging dat het merendeel van de ontvangers van de 30.000 euro daarmee volledig geholpen zou zijn. Maar veel meer mensen dan verwacht wilden toch nog een volledige beoordeling. „Heel veel ouders willen graag precies weten wat hen is overkomen”, aldus de staatssecretaris.
Voor de zomer erkende Van Huffelen al dat de huidige aanpak veel langer gaat duren dan verwacht. Daarom kondigde zij een „herijking” aan van de hersteloperatie. Maar die is nog altijd niet afgerond en de Kamer begint haar geduld te verliezen.