Om het onderzoek was gevraagd door voormalig gouverneur Theo Bovens. De hoogleraren bestuurskunde Wim Deksen en Ernst ten Heuvelhof interviewden meer dan dertig bestuurders en ambtenaren. Waarnemend gouverneur Johan Remkes (VVD) reageert opgelucht op de conclusies van de onderzoekers. „Geen belangenverstrengeling, Limburg kan verder en dat is onderhand ook hoognodig. Er is veel belangrijk inhoudelijk werk te doen”, laat Remkes vrijdagavond in een korte reactie weten.

Centrale vraag was of de drie CDA-bestuurders een andere oud-CDA-gedeputeerde, Herman Vrehen, in diens latere functie als directeur van een Limburgse landschapsinstelling (IKL) hadden bevoordeeld. De suggestie dat Vrehen vanwege de CDA-connectie werd bevoordeeld, noemen zij ongegrond.

Wel plaatsen de rapporteurs kanttekeningen. Volgens de onderzoekers had niemand echt enig overzicht over wat Vrehen allemaal deed met het subsidiegeld dat hij van de provincie kreeg. „Niemand nam het initiatief om iets beter te kijken naar de heer Vrehen, naar al zijn organisaties en de relaties ertussen”, aldus het rapport. De provincie is volgens de onderzoekers „onoplettend, slordig en naïef” geweest, er was een cultuur van wegkijken, en men hield zich afzijdig waar men had moeten ingrijpen.

Vrehen wist als IKL-baas in tien jaar tijd vele tientallen miljoenen euro’s binnen te schrapen, en dat deed hij onder meer middels talrijke bv’s. Er was geen overzicht over wat Vrehen met het geld deed. En dat terwijl de man slecht rapporteerde, en veel projecten mislukten, aldus de onderzoekers.

Koopmans en Mackus traden dit voorjaar af na publicaties in NRC, en na hen hielden ook de overige leden van Gedeputeerde Staten en gouverneur Theo Bovens het voor gezien. Volgens de krant zou Vrehen wel degelijk zijn bevoordeeld. Er zou sprake zijn van vriendjespolitiek, fraude en corruptie.