Expositie vertelt over Van Goghs bekritiseerde De aardappeleters
Een schilderij vol fouten, dat niet serieus bedoeld kon zijn. Zo oordeelde kunstschilder Anthon van Rappard in 1885 over het nieuwste werk van zijn vriend Vincent van Gogh. Die had die kritiek niet zien aankomen en dacht juist dat De aardappeleters voor een doorbraak zou zorgen op de Parijse kunstmarkt. Het succes bleef echter uit en het doek belandde boven de schoorsteenmantel van zijn broer Theo.
Nu is het schilderij, dat Van Gogh (1853-1890) maakte in het Brabantse Nuenen, onderwerp van de tentoonstelling ‘De aardappeleters, misser of meesterwerk?’ in het Van Gogh Museum in Amsterdam. De expositie, die vrijdag opent en tot en met 13 februari duurt, vertelt onder meer over hoe het doek tot stand is gekomen. Volgens Bregje Gerritse, onderzoeker bij het museum, is het schilderij van een boerenmaaltijd een van Van Goghs meest doordachte werken. Zo maakte hij vele voorstudies, wat voor hem een ongebruikelijke manier van werken was.
De schilder was gefascineerd door het boerenleven en wilde dit niet romantiseren maar op een rauwe manier in beeld brengen. Uiteindelijk was volgens hem de boodschap belangrijker dan de uitvoering. In de winter voordat hij De aardappeleters schilderde, maakte hij meer dan veertig studies van boerengezichten. Een deel hiervan is nu te zien, waaronder die van Gordina de Groot. Zij is de enige persoon op het schilderij van wie de naam bekend is. Haar studie hangt naast Boerenportret, een bruikleen uit het Koninklijke Museum voor Schone Kunsten in Brussel, dat een man afbeeldt die eveneens aan tafel zit op De aardappeleters.
De schilder stelde voor het doek op een goudgele achtergrond te tonen, wat nu in de expositie ook is gedaan. Ook vroeg hij zijn broer alvast een lithografie van De aardappeleters onder de aandacht te brengen in de kunstwereld. Die litho kwam ook bij Van Rappard terecht, die na een reeks opmerkingen schreef: „De kunst staat dunkt me te hoog om zoo nonchalant behandeld te worden”. De kritiek betekende het einde van hun vriendschap.
Van Gogh bleef bij zijn standpunt en noemde het in 1887 ‘après tout het beste dat ik maakte’. Een aantal zelden tentoongestelde tekeningen laten zien hoe belangrijk het werk vijf jaar later nog voor hem was.
De expositie vertelt het verhaal over De aardappeleters aan de hand van onder meer 24 schilderijen, 19 tekeningen, een aantal prenten en brieven. Bezoekers kunnen zelf een oordeel vellen over het werk en in het Aardappeleters-atelier krijgen ze de kans aan tafel te gaan in een op schaal gemaakte reconstructie van de boerenwoning waar het tafereel zich afspeelt.