Ds. Ten Hove 25 jaar predikant: Gevormd door het denken van Augustinus
Trouw zijn aan Gods Woord en dicht bij Christus blijven. Bij alles wat er in kerkelijk Nederland in beweging is, ziet dr. J. B. ten Hove dat als zijn roeping. Deze woensdag staat de hervormde predikant uit Veenendaal 25 jaar in het ambt.
Zou ik misschien in de zending moeten gaan werken? Die vraag komt op Jan Bernard ten Hove af wanneer hij als kind een zendingsavond bezoekt. „Ik voelde al heel jong een bepaalde roeping en dat kwam telkens terug”, zegt de predikant in de studeerkamer van de pastorie in een nieuwbouwwijk in Veenendaal. Gaandeweg werd het verlangen sterker om „dienstbaar te zijn in Gods koninkrijk, ongeacht waar en hoe dat zou zijn.”
Als hij de studie theologie in Utrecht heeft afgerond, volgt er niet direct een beroep, maar na acht maanden benaderen drie gemeenten hem. Kandidaat Ten Hove neemt het beroep aan van de hervormde gemeente te Ooltgensplaat, waar hij op 6 oktober 1996 wordt bevestigd door ds. C. den Boer. Zijn eerste gemeente typeert ds. Ten Hove als „een gemeenschap van hardwerkende mensen. De gemeente kende een zekere degelijkheid en er was veel heilsonzekerheid.”
Zijn preken waren de eerste jaren sterk gericht op de persoonlijke toe-eigening van het heil, blikt ds. Ten Hove terug. „Dat aspect vind ik nog steeds wezenlijk, maar ik probeer die nu meer in het bredere verband van de Schrift te plaatsen. Daarbij gaat het ook om vragen zoals: wat heeft Gods Woord te zeggen in onze concrete situatie van nu?” zegt de predikant, die na Ooltgensplaat, Wapenveld en Katwijk aan Zee sinds 2016 aan de gemeente te Veenendaal (Vredeskerk) is verbonden.
Studie
Ds. Ten Hove vindt het belangrijk om „naast zaken die op allerlei manieren de aandacht vragen in de gemeente” tijd te hebben om te studeren, ook naast het reguliere studieverlof. „Vanaf mijn Katwijkse periode heb ik geprobeerd daar structureel tijd voor in te plannen, al lukte dat bijvoorbeeld in de maanden van het winterwerk niet altijd. Het is goed om je te blijven ontwikkelen. Studie scherpt je op. Dat is vruchtbaar voor de prediking en heel je functioneren.”
Mede door een overvolle agenda raakte ds. Ten Hove in 2018 overspannen. „Vanaf de week na Pinksteren tot de zomervakantie heb ik niet gepreekt. Daarna heb ik het werk weer langzaam opgebouwd.” Vanaf dat moment reserveert hij bewust meer tijd voor ontspanning door bijvoorbeeld hardlopen, wandelen of orgelspelen. „Dat laatste is een grote hobby van me.”
De periode van overspannenheid leerde hem „dat je een beperkt mens bent en niet alles kunt doen wat je wilt. Rustmomenten zijn nodig. Ik help er niemand mee als ik onvoldoende rust neem en weer vastloop. Maar het vinden van de juiste balans blijft een worsteling.”
In 2020 promoveerde de predikant op een studie over Augustinus. „Het bezig zijn met Augustinus, een van de groten in Gods koninkrijk, heeft me enorm gevormd. Ik leerde bijvoorbeeld groter te denken van God en kreeg meer zicht op de verhouding tussen de uitverkiezing en de menselijke verantwoordelijkheid. Ook als het gaat om het Schriftgezag en de visie op de kerk heb ik veel van de kerkvader geleerd. Hij heeft geleden aan de kerk zonder cynisch te worden. Als je zelf van genade leeft, maakt je dat gunnend.”
In de achterliggende kwarteeuw zag ds. Ten Hove een verschuiving in thema’s die in de kerken de aandacht vroegen. „Zaken die 25 jaar geleden in de kring van de Gereformeerde Bond vanzelfsprekend waren, zijn dat nu minder. Er is behoorlijk wat in beweging.”
De predikant noemt als voorbeeld vragen op het terrein van het Schriftgezag, huwelijk en seksualiteit of vrouw en ambt. „Ik heb zorgen over het veranderende klimaat, ook in delen van de Gereformeerde Bond. De stem van de cultuur dreigt de stem van Gods Woord te overstemmen. Juist in deze tijd van grenzeloze tolerantie zijn we geroepen om dicht bij de Schrift en dicht bij Christus te blijven.”
Jongeren
Een andere ontwikkeling is die van krimpende gemeenten en kerkgebouwen die gesloten worden. „Ik kan eronder lijden”, reageert ds. Ten Hove. „Maar het brengt me niet in verwarring wanneer ik bedenk wat Christus hierover heeft gezegd. Hij heeft ons voorbereid op teleurstellende tijden zoals de dagen waarin wij leven. Daarom is deze tijd geen reden om wanhopig te worden, maar juist om alles te verwachten van Hem en trouw te blijven waar Hij je roept.”
De predikant wijst erop dat er behalve zorgelijke ook hoopvolle ontwikkelingen zijn. „Rond de verkiezing van ambtsdragers merk ik bijvoorbeeld dat mensen verlangen hebben om dienstbaar te zijn in de kerk. En ik zie niet alleen jongeren afhaken, maar ook jongeren die heel bewust naar belijdeniscatechisatie komen en belijdenis doen. Ze kennen de zuigkracht van de wereld, maar weten ook: ik heb Christus nodig. Gods werk gaat door. De toekomst is in Zijn hand.”