Belangrijke campagne over schaduwzijden van weeshuizen
Wie kennis neemt van de groei van het aantal weeshuizen in landen als Uganda en Cambodja zou denken dat het aantal wezen daar schrikbarend toeneemt. Leefden er in 1992 3000 kinderen in Uganda in weeshuizen, in 2019 waren dat er 50.000, verspreid over honderden weeshuizen. In Cambodja steeg het aantal weeshuizen van 150 in 2005 naar meer dan 400 in 2017. Er zijn geen redenen om aan te nemen dat dit patroon de laatste jaren veel is veranderd.
Van een groei van het aantal weeskinderen is echter geen sprake, integendeel. Zo’n 80 tot 90 procent van de 6 miljoen kinderen die wereldwijd in weeshuizen wonen, heeft nog één of beide ouders. Ze kunnen volgens onderzoekers, al dan niet met ondersteuning, veilig thuis opgroeien. De werkelijkheid is dan ook dat de tehuizen niet zozeer in een lokale behoefte voorzien, maar vooral in die van jonge westerlingen. Weeshuizen bleken in de afgelopen decennia populaire bestemmingen voor werkvakanties. Tehuizen voorzagen graag in hun komst, mede omdat ze voor belangrijke inkomsten zorgden. Betere ambassadeurs zijn niet denkbaar.
Dit terwijl de schaduwzijden die er aan het concept ”weeshuizen” zitten al jaar en dag duidelijk zijn. Uit tientallen studies blijkt dat kinderen er minder goed gedijen dan wanneer ze bij familie worden opgevangen. Denk alleen al aan de hechting, die des te problematischer verloopt wanneer vaak ongeschoolde tijdelijke krachten elkaar voortdurend afwisselen. Kinderen lopen in tehuizen zowel fysieke als cognitieve achterstanden op. Daarbij komt dat weeshuizen kwetsbaar zijn voor allerlei vormen van (seksuele) uitbuiting.
Grote ontwikkelingsorganisaties werken dan ook nog nauwelijks met weeshuizen en zetten sterk in op opvang bij familie of gezinnen. Er zijn echter nog altijd een groot aantal kleinschalige initiatieven, veelal gesteund door kleine stichtingen. Zij blijven ook vrijwilligers werven met teksten als ”Maak verschil in het leven van onze kinderen”. De vraag is echter welk verschil ze maken, hoe goedbedoeld ook.
Het is dus geen overbodige luxe dat ruim vijftig organisaties deze week in een open brief in het Nederlands Dagblad de kat de bel aanbonden en waarschuwden voor vrijwilligerswerk in weeshuizen. Het epistel was mede getekend door christelijke organisaties als Red een Kind en World Servants, alsook door de politieke jongerenorganisaties van ChristenUnie, CDA en SGP. Het is belangrijk dat jongeren (én ouderen) zich bewust zijn van de schaduwzijden van tijdelijk werk in weeshuizen. Dat geldt ook diaconieën en kerken. Want door dergelijk werk te steunen, blijft het probleem in stand.
Door de coronacrisis is het aantal mensen in armoede en andere moeilijke omstandigheden wereldwijd intussen alleen maar gestegen. Belangrijk is daarom tegelijk te onderstrepen dat betrokkenheid op de verre naaste hiermee niet de nek wordt omgedraaid. Er zijn vele manieren om daar ook concreet uiting aan te geven, waarbij een website als weeswijs.nu behulpzaam kan zijn.