De drie partijen presenteerden maandagochtend hun ”Manifest nationaal isolatieprogramma”. Zij wijzen erop dat in Nederland ongeveer 2,7 miljoen huizen slecht geïsoleerd zijn. Met het „slakkentempo” waarop woningen momenteel verduurzaamd worden, duurt het tot 2100 voordat het laatste huis is geïsoleerd, stellen de initiatiefnemers.

In het klimaatakkoord is vastgelegd dat alle woningen voor 2050 goed geïsoleerd moeten zijn. Om dat doel ook daadwerkelijk te halen hebben CU, CDA en GL een plan opgesteld met twaalf concrete voorstellen. Het stuk kan rekenen op breed draagvlak; zeven maatschappelijke organisaties steunen het initiatief, waaronder de Consumentenbond, Natuur & Milieu en Bouwend Nederland.

Isolatievouchers

Eigenaren van koopwoningen en particuliere verhuurders kunnen volgens het plan rekenen op een isolatietegoedbon. De voucher heeft een einddatum –om uitstel te voorkomen– en geeft vooraf duidelijkheid over de te ontvangen subsidie.

Onder de huidige subsidieregelingen weten huiseigenaren pas achteraf welke bijdrage ze van de overheid krijgen en moeten zij minstens twee isolatiemaatregelen nemen om aanspraak te kunnen maken op subsidie. Daardoor is een overheidsbijdrage vooral aantrekkelijk voor mensen met een relatief dikke portemonnee vinden CU, CDA en GL.

Dat moet socialer, vindt CU-Kamerlid Grinwis, initiatiefnemer van het manifest. „Ons plan is een breuk met het liberale idee van de calculerende, zelfredzame burger die het zelf maar moet uitzoeken met isoleren. Wij gaan naast bewoners staan, benutten de kracht van lokale gemeenschappen en bieden meer financiële en praktische hulp. Zeker voor bewoners met een slecht geïsoleerd huis en een kleine portemonnee.”

De slechtst geïsoleerde woningen moeten prioriteit krijgen, schrijven de partijen in het manifest. De stap van energielabel G naar C is volgens hen net zo groot als van C naar A, hoewel bij de eerstgenoemde verbetering meer CO2-winst te behalen valt.

Jaarlijks is er minstens 300 miljoen euro extra nodig, zeggen de initiatiefnemers. Zij wijzen onder andere op het Europees herstelfonds.