Dat blijkt uit een onderzoek van ambulancediensten GG & GD en VZA dat dinsdag bekend werd.

De gemeente Amsterdam vroeg ambulancemedewerkers begin dit jaar om gedurende een periode van drie maanden agressief gedrag te melden. Aanleiding was een ernstig incident in december. In de Amsterdamse wijk Bos en Lommer verslikte een vijftien maanden oude baby zich in een pinda. Gealarmeerde ambulancemedewerkers werden bij aankomst bij het huis van de baby opgewacht door woedende buurtbewoners die meenden dat ze veel te laat kwamen. Het meisje overleed in het ziekenhuis. Het openbaar ministerie in Amsterdam concludeerde later dat de ambulance twaalf minuten na de eerste melding ter plaatse was, binnen de norm van vijftien minuten.

In tweederde van de gevallen was de agressor de patiënt zelf. Veel incidenten blijken te beginnen met klagen, mopperen, schelden of vloeken. Gebruik van alcohol en drugs speelt vaak een rol bij het agressieve gedrag. De politie moest regelmatig assistentie verlenen.

Op basis van het onderzoek zouden ambulancemedewerkers in Amsterdam gemiddeld vijftien keer per maand te maken hebben met verbaal of fysiek geweld. Per jaar worden in de hoofdstad ongeveer 93.000 ambulanceritten gereden. De gemeente Amsterdam wil de registratie van agressiemeldingen voortzetten en ambulancemedewerkers stimuleren om aangifte te doen. In de periode van drie maanden is slechts twee keer aangifte gedaan.

Voorts hebben de ambulancediensten besloten in een niet-veilige situatie standaard politieassistentie mee te sturen. Ook komen agressie en geweld aan de orde bij de scholing en training van het personeel. De gemeente werkt samen met politie en justitie aan een convenant over agressie en geweld tegen ambtenaren. Die afspraken richten zich op het vergemakkelijken van het doen van aangifte, de afhandeling bij justitie en de registratie van aangiften.