Proces cold case Zaanse Milica van Doorn verschoven naar 2022
Het proces in hoger beroep tegen de 51-jarige Hüseyin A., verdacht van het verkrachten en vermoorden van de Zaanse Milica van Doorn (19) in 1992, is vrijdag door het gerechtshof in Amsterdam uitgesteld tot januari volgend jaar. Ziekte van de voorzitter van het hof zette een streep door een gepland getuigenverhoor.
Milica van Doorn werd in de nacht van 7 op 8 juni 1992 in de Zaanse wijk Kogerveld verkracht en met extreem geweld om het leven gebracht. De zaak bleef lang onopgelost. In 2017 kwam A. als verdachte in beeld, na een zogeheten DNA-verwantschapsonderzoek waaraan zijn broer had meegewerkt. Een in het lichaam van het slachtoffer gevonden spermaspoor wees A. als vermoedelijke dader aan.
De rechtbank legde A. in 2018 twintig jaar cel op. Hij heeft altijd ontkend dat hij de dader is. Bij de rechtbank kwam hij - om het spermaspoor te verklaren - met de bewering dat hij een geheime seksuele relatie met Van Doorn had, maar dat is door de rechter afgedaan als „een verzonnen verhaal”.
A. ging in hoger beroep en wilde dat na verloop van tijd weer intrekken. Onder meer vanwege het belang van de waarheidsvinding en dat van de nabestaanden van het slachtoffer heeft het hof bepaald dat het proces in hoger beroep moet worden doorgezet.
De inhoudelijk behandeling zou in juni en juli hebben moeten plaatsvinden. Dat ging toen niet door omdat A. nieuwe advocaten in de arm had genomen. Zij wilden een reeks getuigen horen, onder wie de vrouw en twee dochters van de verdachte. Het drietal verscheen vervolgens niet in de rechtszaal, met vertraging als gevolg. Het hof wilde hen vrijdag alsnog ondervragen, maar door ziekte van de voorzitter van het hof kon dat niet doorgaan.
Naar verwachting zullen de getuigenverhoren plaatsvinden op 12 januari 2022, aan het begin van de inhoudelijke behandeling van de zaak. Het hof heeft in januari twee dagen uitgetrokken voor het proces. In november zal de onderzoeksrechter van het hof nog enkele andere getuigen horen, achter gesloten deuren. Het gaat onder meer om mensen die A. tijdens de nacht van de moord in de buurt van de plek des onheils zouden hebben zien fietsen.
De zaak-Milica van Doorn was een van de cold cases waarvoor Peter R. de Vries zich jarenlang heeft ingezet. Hij was in juni en juli aanwezig bij de zittingen. Op 6 juli werd hij in Amsterdam neergeschoten. Hij overleed op 15 juli aan de gevolgen daarvan.