Studentenverenigingen kregen 15 procent meer aanmeldingen
De grote studentenverenigingen in het land hebben dit jaar 15 procent meer aanmeldingen ontvangen dan vorig jaar. Bij de 48 verenigingen die zijn aangesloten bij de Landelijke Kamer van Verenigingen (LKvV) hebben zich tot nu toe 18.655 aspirant-leden gemeld. Veel zullen er niet meer bij komen. „De inschrijfmomenten zijn inmiddels bij bijna al onze verenigingen gesloten”, laat de LKvV weten.
Een jaar geleden werden de verenigingen ook al overspoeld met nieuwe aanmeldingen. Het werden er uiteindelijk 16.288 en dat was een toename van 60 procent ten opzichte van 2019. De LKvV constateerde dat de coronapandemie dé grote motor was achter de animo, die in decennia niet zo hoog was. Lockdowns veroorzaakten veel eenzaamheid, ook onder studenten. Die gingen aan het begin van het vorige collegejaar dan ook massaal op zoek naar gezelligheid en manieren om hun medestudenten beter te leren kennen.
Dit jaar zette het aantal aanmeldingen dus nog verder door. Net als in 2020 ging het enthousiasme echter gepaard met teleurstellingen. Diverse verenigingen zaten in een mum van tijd aan hun limiet en moesten aanmelders teleurstellen.
In het overzicht van de LKvV blijkt dat de vijf aangesloten verenigingen in Amsterdam de meeste nieuwe aanmeldingen kregen (3189), op de voet gevolgd door die in Groningen (3161). Daarmee heeft de hoofdstad Leiden en Utrecht ingehaald ten opzichte van vorig jaar. Procentueel steeg het aantal aanmeldingen in Amsterdam met 82 procent.
Utrecht valt op, omdat het aantal nieuwe aanmeldingen daar juist afnam. Na een sterke toename in 2020 lag het aantal aanmeldingen daar nu een kwart lager.
De sterkste toename noteerden de twee studentenverenigingen in Tilburg: die kregen opgeteld bijna duizend aanmeldingen (970), bijna tweeënhalf keer zoveel als in 2020. In Nijmegen bedroeg het groeicijfer 59 procent, in Groningen en Enschede 32 procent. Verenigingen in Leiden en Maastricht zagen nauwelijks groei ten opzichte van vorig jaar. In Wageningen (min 13 procent) en Delft (min 7 procent) was net als in Utrecht een afname te zien ten opzichte van een jaar geleden.