Rechter geeft groen licht voor rapport Gomarus
Een kritisch rapport van de onderwijsinspectie over de sociale veiligheid op de Gomarus Scholengemeenschap in Gorinchem mag ongewijzigd gepubliceerd worden. Dat oordeelde de kortgedingrechter dinsdagmorgen.
De reformatorische school probeerde via een kort geding een aantal wijzigingen af te dwingen, maar de rechtbank vindt de inhoud van het rapport niet onrechtmatig. De passages over sociale veiligheid en het beleid daarover zijn aanvaardbaar, luidt het oordeel. Daarbij „speelt een rol dat er op de school en in de gemeenschap rond de school breed gedeelde opvattingen heersen over wat op het gebied van seksuele geaardheid gewenst is.” Die opvattingen brengen volgens de rechter met zich mee dat de school rekening moet houden met het welbevinden en de veiligheid van leerlingen die een homoseksuele geaardheid hebben.
De Gomarus heeft echter „geen toereikend beleid” ontwikkeld, ondanks dat incidenten daarvoor aanleiding gaven. Tijdens interviews die de inspectie afnam kwam bovendien naar voren dat docenten zich soms niet in staat voelen om homoseksuele leerlingen de juiste ondersteuning te bieden. Ook durfden niet alle leerlingen met vragen over geaardheid in gesprek te gaan met docenten.
Kast
Aanleiding voor het onderzoek was een artikel in NRC waarin homoseksuele oud-leerlingen vertellen over hun ervaringen op de Gomarus. Zo zouden drie meisjes in oktober 2016 gedwongen zijn om tegenover hun ouders uit de kast te komen. In het rapport concludeert de inspectie dat dit geen „op zichzelf staande incidenten” betreffen. De Gomarus hekelt het feit dat de inspectie de voorvallen niet onderzocht en dus ook niet kan teruggrijpen op de gebeurtenissen in 2016.
De school heeft altijd stellig ontkend dat de homoseksuele geaardheid van de oud-leerlingen reden was voor de gesprekken. Ze moest de ouders informeren omdat de veiligheid van de meiden in gevaar kwam. Om privacyredenen wilde de Gomarus daar in de media nooit inhoudelijk op ingaan, maar in de dagvaarding van het kort geding somde de school toch tal van redenen op die onderbouwen waarom actie is ondernomen.
De rechter stelt echter dat de gebeurtenissen wel degelijk iets kunnen zeggen over de sociale veiligheid voor lhbt-leerlingen. Wát er ook gebeurde in 2016, „vast staat dat er uitlatingen zijn gedaan over lesbisch-seksuele contacten (dat stelt de Gomarus zelf ook).” Zowel uit de aansprakelijkheidstelling door een van de oud-leerlingen in 2019 als uit het artikel in NRC „blijkt dat de betreffende leerlingen de gebeurtenissen hebben ervaren als een kwestie rondom geaardheid en een gedwongen ‘uit de kast komen’.” Dat de school dit niet heeft onderkend en blijft vasthouden aan de stelling dat de gesprekken in een breder kader gevoerd zijn, is voor de rechter juist „zonder meer een signaal dat er op de Gomarus onvoldoende zorg is” voor de sociale veiligheid van lhbt-leerlingen. De school heeft ook nooit onderzocht of met die veiligheid „een mogelijk probleem was, of is.”
Bovendien nekt een zinnetje uit haar eigen beleidsdocument de school. Daarin staat: „Wanneer een leerling binnen de school blijk geeft van een homoseksuele relatie met een andere leerling, zullen we in overleg treden met de leerling en zijn/haar ouders/verzorgers.” De school stelt dat dit beleid in de praktijk „nooit” is uitgevoerd, „ook in 2016 niet.” Twee jaar geleden werd besloten dat het document zou worden aangepast, maar dat is vooralsnog niet gebeurd. Feit blijft daardoor dat er voor docenten „nog steeds geen kenbaar beleid is waar zij op kunnen terugvallen”, concludeert de rechter. Dat dit vertraging heeft opgelopen door de coronasituatie vindt hij geen rechtvaardiging. Het „geeft blijk van onvoldoende besef van urgentie.”
Al met al kan de rechter het rapport niet als onrechtmatig aanmerken. Ook een omstreden passage waarin de inspectie concludeert dat niet alle lessen over seksuele diversiteit zijn gegeven, leidt niet tot een publicatieverbod. De rechter vindt het redelijk dat de inspectie niet alleen toetst of lessen gepland zijn, maar ook of die gegeven zijn. Naar verwachting wordt het rapport later vandaag gepubliceerd.