Economie
Nieuwe schuldencrisis op korte termijn zou econoom Mujagic niet verbazen

Op 15 augustus 1971 neemt de Amerikaanse president Nixon een historische beslissing. Vanaf die dag is de waarde van geld niet langer gekoppeld aan goud. Volgens econoom Mujagic valt een hevige crisis op korte termijn niet te vermijden.

Goud heeft sinds 1971 geen functie meer in het geldstelsel. De Nederlandsche Bank bezit ruim 600 ton aan goudstaven. De waarde daarvan schatte de bank in 2019 op 26,7 miljard euro. beeld ANP, Robert Vos
Goud heeft sinds 1971 geen functie meer in het geldstelsel. De Nederlandsche Bank bezit ruim 600 ton aan goudstaven. De waarde daarvan schatte de bank in 2019 op 26,7 miljard euro. beeld ANP, Robert Vos

Het enkele feit dat er vijftig jaar geleden een ingrijpende beslissing is genomen, is voor Edin Mujagic −in het dagelijks leven hoofdeconoom bij vermogensbeheerder OHV− niet de reden om er een boek over te schrijven. Maar als hij verschillende economische en maatschappelijke ontwikkelingen op een rij zet, ziet hij een duidelijk keerpunt: 1971. Dat is ook de titel van zijn boek.

In dat jaar besluit de Amerikaanse president Nixon dat buitenlandse overheden hun dollars niet meer kunnen inwisselen voor goud. Tot dan toe kon dat nog wel. Ieder land kon de dollars die ze gebruiken voor handel met andere landen bij de Amerikaanse centrale bank inwisselen voor goud tegen een vaste prijs: 35 dollar voor een troy ounce − ongeveer 31,1 gram goud.

De waarde van de Amerikaanse dollar was dus gekoppeld aan de goudprijs; de waarde van munten als de Duitse mark en het Britse pond waren op hun beurt tegen vaste wisselkoersen gekoppeld aan de dollar. Al met al zorgde dat ervoor dat het waardevaste goud het anker was van het geldstelsel.

Dat anker belette centrale bankiers om al te scheutig nieuwe bankbiljetten bij te drukken. De goudvoorraad van de centrale bank moest immers altijd groot genoeg zijn om buitenlandse overheden goud te bieden in ruil voor dollars die ze kwijt wilden. Het anker zorgde er ook voor dat iedereen wist dat hij vijf of tien jaar later nog steeds dezelfde spullen kon kopen tegen een even hoge prijs.

Na 1971 verandert dat. Centrale banken kunnen onbeperkt geld bijdrukken. De hoeveelheid geld die in de samenleving in omloop is, stijgt en stijgt. Een direct gevolg is dat de prijzen steeds verder oplopen. Het is met geld net als met elk ander goed: hoe meer ervan is, hoe minder het waard is.

De lonen liggen ook stukken hoger dan vijftig jaar geleden, maar Mujagic concludeert dat de middenklasse daar nauwelijks van profiteert door de gestegen prijzen. De onvrede daarover ziet de econoom als een belangrijke verklaring voor het populisme, een van de vele gevolgen van het besluit van Nixon.

Een belangrijke ontwikkeling waar de econoom de vinger bij legt is de alsmaar groeiende schuldenberg. In een toelichting op zijn boek noemt Mujagic twee redenen waarom dat verband houdt met het besluit in 1971. „Geld was vanaf toen volop beschikbaar, centrale banken konden onbeperkt bankbiljetten drukken. Bovendien ontwikkelden politici de overtuiging dat de samenleving maakbaar, stuurbaar is. Nieuw beleid kost geld. Na 1971 stond politici niets meer in de weg om permanent rood te staan.”

Schuldenberg

Dat het leven op de pof steeds normaler is geworden, blijkt ook uit cijfers van het Institute for International Finance. Mujagic beschrijft dat de schulden van alle huishoudens, bedrijven, overheden, banken en andere financiële instellingen wereldwijd in 2020 bij elkaar optellen tot een duizelingwekkend bedrag van 277.000 miljard dollar. Dat is bijna vier keer zoveel als de omvang van de totale wereldeconomie. Corona heeft er voor een belangrijk deel aan bijgedragen, maar ook voor die tijd was de omvang van het schuldenprobleem al enorm.

De prangende vraag na al die jaren van schulden en nog meer schulden is: komen we ooit nog van die schuldenlast af? Mujagic denkt van wel: „Alles kan in het leven.” Hij stelt echter tot zijn teleurstelling vast dat de Europese Centrale Bank (ECB) en de Amerikaanse centrale bank (FED) niets anders doen dan symptoombestrijding. „De centrale banken zorgen ervoor dat de rente laag blijft, maar de bron −de hoge schuldenberg− pakken ze niet aan.”

Kwijtschelden

De enige oplossing die de econoom ziet is echter „zo onrechtvaardig als wat.” Mujagic is de eerste die dat toegeeft. Hij stelt voor om alle schulden af te schrijven. Hoeveel? „Halveren.” Landen als Griekenland en Italië houden dan nog maar de helft van hun staatsschuld over.

Volgens de econoom is het ook zaak om schulden van huishoudens door de helft te doen. Bijvoorbeeld de schuld die is gemaakt voor de aankoop van een dure auto of een huis. Mujagic: „De overheid heeft jarenlang schulden maken gestimuleerd. Zo is de hypotheekrente aftrekbaar van de belasting. Voorheen was het zelfs zo dat rente op iedere lening in mindering kon worden gebracht op de belasting.”

De econoom wijst erop dat het kwijtschelden van schulden niets nieuws is; het kwam al in de tijd van de Bijbel voor. Na iedere 49 jaar vond het jubeljaar plaats waarin schulden werden kwijtgescholden, zo blijkt uit het Bijbelboek Leviticus. „2021 is precies 50 jaar na 1971.”

Mujagic denkt dat het anno 2021 ook mogelijk is om schulden te halveren. „Ruim de helft van de schulden van de eurolanden staat uit bij de ECB. Aangezien de lidstaten gezamenlijk eigenaar zijn van de centrale bank kunnen ze zichzelf die schulden kwijtschelden.” Het is out of the box denken, maar volgens de econoom kunnen op dezelfde manier ook hypotheekleningen van huishoudens bij commerciële banken kwijtgescholden worden. De ECB koopt ze op, de lidstaten schelden ze zichzelf kwijt.

Naast schuld afschrijven is het volgens Mujagic ook nodig dat de overheid erkent dat leven op de pof niet meer kan. „Daar moet een eind aan komen. Een economie die alleen maar groeit omdat er op krediet aankopen worden gedaan, is niet duurzaam. Dat houdt een keer op.”

Toen de financiële crisis uitbrak in september 2008 leek het er op dat het zo ver was. „Iedereen is het erover eens dat het schuldenprobleem de oorzaak is geweest van die crisis”, zegt Mujagic.

De econoom is van mening dat sinds 2008 één grote financiële crisis is uitgebroken. Hij houdt daaraan vast, ondanks dat op 2009, 2012 (eurocrisis) en 2020 (coronacrisis) na de economie ieder jaar gegroeid is. „Dat is geen duurzame, maar kunstmatige groei. Dankzij heroïne-achtige middelen.”

De ECB kon de rente die zij rekent aan commerciële banken in een noodgreep verlagen naar nul procent, legt Mujagic uit. „Dat betekent: gratis geld.” Banken konden consumenten goedkoop krediet verschaffen. De aankopen die daarmee gedaan werden, stuwden de economische groei.

Daarbovenop kochten centrale banken voor honderden miljarden euro’s per maand schulden van overheden op. „Naar mijn mening is er sprake van duurzame groei als de rente 3 à 4 procent bedraagt. Als de rente langdurig tot het nulpunt is gedaald om er 1 à 1,5 procent economische groei uit te persen is dat eerder iets om te huilen dan om blij mee te zijn. Het zegt veel over de economie dat de Amerikaanse en Europese centrale bank het anno 2021 niet aandurven om de rente boven nul procent te laten komen.”

Apotheose

Mujagic constateert dat het schuldenprobleem sinds de financiële crisis in 2008 alleen maar groter is geworden. Hij is er zeker van dat er een economische apotheose op komst is. Het zou de econoom niet verbazen als zich in de komende jaren een diepe crisis voordoet, die als het echt tegenzit ongecontroleerd kan verlopen. Het zal heviger zijn dan de inzinkingen die zich tussen 2008 en 2020 hebben voorgedaan. Het economisch onheil zou een daverend slotakkoord vormen op de economische crises sinds de financiële crisis.

„Uiteindelijk lopen we een keer tegen de muur aan”, zegt Mujagic. „Het schuldenprobleem is te groot geworden om steeds maar door te schuiven. Vraag me niet wanneer, maar het moment komt steeds dichterbij.” Hij constateert dat politici en beleidsmakers de groeiende schuldenberg maar niet willen aanpakken. Het is zijn angst dat als er niets gebeurt, het probleem zichzelf zal gaan oplossen.

Als er een volgende crisis uitbreekt, staan centrale banken voor het eerst in lange tijd zonder wapens. In 2008 konden de ECB en de FED de rente nog verlagen naar nul procent, legt de econoom uit. Dertien jaar later kan dat niet meer. De rente is al tot onder het nulpunt gedaald. Stel dat de rente verlaagd zou worden naar min vijf procent, dan zou iedere Nederlander die spaargeld heeft naar de bank gaan om het van zijn rekening af te halen. Als gevolg daarvan zouden de banken omvallen en zou de crisis alleen maar groter worden.

Het nog intensiever opkopen van schuldpapier door centrale banken zal ook geen soelaas bieden, verwacht Mujagic. „Natuurlijk, in theorie zou het kunnen. De geldpersen kunnen onbeperkt draaien sinds de waarde van geld niet meer gekoppeld is aan goud. Maar de centrale banken hebben al bijna alles opgekocht. Vanaf 2012 hebben zij voor ettelijke duizenden miljarden euro’s aan staatsobligaties aangeschaft. Je kunt wel zeggen: „Ik wil twee keer zoveel schuldpapier opkopen.” Maar als het er niet is, houdt het op.”

De econoom sluit niet uit dat de ECB „nog meer bizarre dingen” gaat doen als staatsobligaties schaarser worden. Een volgende stap zou kunnen zijn dat de centrale bank aandelen of huizen opkoopt. Mujagic: „Ik sluit uit dat de zon morgen in het westen opkomt en in het oosten ondergaat. Maar ik sluit niet uit dat de ECB aandelen gaat opkopen.”

Er is al een precedent, vertelt Mujagic. Hij wijst op Japan. „De Japanse bank kwam op een gegeven moment tot de conclusie dat nul procent rente en het opkopen van staatsobligaties ontoereikend was. Toen zijn ze aandelen gaan opkopen.” Het heeft er volgens de econoom in geresulteerd dat de Japanse centrale bank de grootste aandeelhouder is in heel veel van de vijftig grootste Japanse bedrijven.

Over de toekomst is de econoom optimistisch. Mujagic denkt dat er na de heftige schuldencrisis betere tijden zullen aanbreken. Hij hoopt dat er dan een duurzame economie zal ontstaan waarin schulden niet langer de motor zijn van economische groei.

Hij verwacht dat er in dat nieuwe tijdperk een nieuw geldstelsel zal komen. Dat kan „iets met cryptomunten” zijn, vermoedt de econoom. Of digitaal centralebankgeld zoals een digitale euro. Een cryptomunt is een volledig digitale munt, die bestaat uit een computercode. Het bekendste voorbeeld is de Bitcoin. Een centrale bank heeft geen invloed op de hoeveelheid cryptomunten dat in de samenleving in omloop is. Een digitale euro zou de centrale bank wel kunnen reguleren.

Het is volgens Mujagic „niet realistisch om te denken dat alles digitaliseert, behalve geld.” Ook generatieverschillen spelen een rol. „De volgende generatie jongeren zal het heel normaal vinden om digitaal te betalen.” Concreet verwacht Mujagic dat er geen contant geld meer zal bestaan als zijn jongste dochter −die nu negen jaar oud is− volwassen wordt. „Deo volente”, voegt de belijdend moslim er aan toe.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer