Luchtverfrissers pas bij hoge concentraties schadelijk
Bij gewoon gebruik van geurkaarsen en luchtverfrissers kunnen vrijkomende stoffen als benzeen of formaldehyde op zich niet zo veel kwaad. Dat heeft prof. John Groten, bijzonder hoogleraar combinatietoxicologie aan Wageningen Universiteit dinsdag gezegd.
Groten reageert hiermee op het onderzoek van Europese consumentenbonden naar luchtverfrissers en andere geurverspreiders die hoge concentraties kankerverwekkende stoffen zouden bevatten. Genoemd zijn benzeen, tolueen en weekmakers.
Groten: „Zeker is dat bijvoorbeeld benzeen schadelijk is voor de gezondheid, maar het ligt helemaal aan de blootstelling aan die stof, wat we noemen de maximaal aanvaardbare concentratie. Bovendien is van belang hoe lang je er aan bent blootgesteld", aldus Groten.
De hoogleraar, in het dagelijks leven hoofd bij TNO Voeding in Zeist, maakt zich niet al te grote zorgen. „Ik ben niet van plan om vanwege dat onderzoek geen geurkaarsen in huis te halen, maar ik vind wel dat enige voorzichtigheid is geboden. Zeker gezien de conclusie van de onderzoekers dat een huiskamer met een luchtverfrisser meer vervuilende stoffen kan bevatten dan de drukste straat in Brussel", aldus Groten.
Volgens hem is zo’n niveau, gerekend in microgrammen per kuub lucht, binnenskamers onwenselijk. Maar valt de concentratie gevaarlijke stoffen binnen de zogeheten advieswaarde, dan is er nog geen man overboord, vindt hij.
Vorige week hield Groten een oratie bij de aanvaarding van zijn ambt als bijzonder hoogleraar in Wageningen. Hij sprak toen over de zogenoemde cocktail–effecten van gifstoffen. Verschillende stoffen in bijvoorbeeld voeding, drinkwater, lucht of cosmetica kunnen met elkaar hun schadelijkheid versterken. Of dit ook geldt voor geurverspreiders, durft Groten niet te zeggen. „Er is nog te weinig onderzoek naar verricht."
Het aantal stoffen waaraan een mens in lage concentraties levenslang wordt blootgesteld bedraagt enkele duizenden. Volgens Groten wordt er bij de vaststelling van normen voor deze stoffen nog te weinig rekening gehouden met de mogelijkheid dat de stoffen elkaars schadelijke werking versterken. Hij pleitte in zijn oratie voor meer onderzoek op dit gebied.
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) wilde niet reageren op het onderzoek naar de luchtverfrissers, omdat de organisatie het rapport nog niet heeft gezien.