Geestelijke gemeenschap
Filippenzen 4:7
„En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw zinnen bewaren in Christus Jezus.”
Wat de troostrijke gemeenschap met God en de Heere Jezus Christus betreft, zeg ik: dat de heerlijkheid en uitnemendheid hieruit enigszins gezien kan worden, omdat de ziel die gemeenschap heeft met God en de Heere Jezus Christus, en die gemeenschap ook gevoelt, niet te begrijpen, veel minder uit te spreken is. Want de vrede Gods gaat alle verstand te boven (Filippenzen 4).
De uitnemendheid van deze gemeenschap wordt hieruit afgeleid, omdat die ziel verenigd is met die algenoegzame God, de Fontein des levens, het opperste Goed, en de Fontein van alle gelukzaligheid, met die God van Wie Mozes zei: „Niemand is er gelijk God, o Jeschurun! Die op de hemel vaart tot uw hulp, en met Zijn hoogheid op de bovenste wolken, de eeuwige God zij u een woning, en van onder eeuwige armen” (Deuteronomium 33:26-27).
Daar ziet die ziel, die met God is verenigd, hoe gelukzalig zij is. Ze staat als verwonderd en verbaasd: want die God is de heerlijkheid van hun sterkte (Psalm 89). Gelukzalig is dat volk wiens God de Heere is (Psalm 144:15). Die ziel gevoelt dan al wat God is, dat Hij voor hen ten beste is, Zijn genoegzaamheid, barmhartigheid, goedertierenheid, lankmoedigheid, goedheid, almacht, waarheid, die Hij hun deelachtig maakt, zoals de zon zijn licht meedeelt aan alle schepselen die onder haar gevonden worden.
Theodorus à Brakel, predikant te Makkum (”Trappen van geestelijk leven”, 1670)