Groen & duurzaamheid

Als de damherten er niet bij kunnen, leeft de natuur op

In de Amsterdamse Waterleidingduinen wordt het drinkwater voor de hoofdstad gezuiverd. Het terrein is tegelijkertijd een belangrijk natuurgebied dat kampt met een te grote populatie damherten. Afgeschermde exclosures laten zien hoe de natuur zich herstelt als de herten er niet bij kunnen.

Theo Haerkens
30 August 2021 19:47Leestijd 4 minuten
Afgeschermd door een hek bloeien grote wederik en kattenstaart. beeld Theo Haerkens
Afgeschermd door een hek bloeien grote wederik en kattenstaart. beeld Theo Haerkens

„Let een beetje op waar je loopt!” Ecoloog Mark van Til van Waternet, beheerder van de Amsterdamse Waterleidingduinen, is maar wat zuinig op de parnassia waarvan de tere witte bloemetjes schuil gaan in het groen. Afgeschermd van de omvangrijke hertenpopulatie die in de Waterleidingduinen al jaren een probleem vormt, wordt in de exclosure zichtbaar hoe een vochtige duinvallei er uit kan ziet zonder vraat van de herten.

Speurend door het met twee meter hoog gaas afgeschermde stuk grond toont projectleider Van Til allerlei soorten die thuis horen in het droge deel van dit biotoop. „Grote tijm, geel walstro, biggenkruid, kleine leeuwentand”, somt hij op. „Hier wit duizendblad dat buiten de exclosure nauwelijks meer in bloei komt.” Geknield laat hij de piepkleine bloemetjes van de rolklaver zien: „Aanvankelijk zijn ze oranje, later worden ze geel.”

Door het hoogteverschil zijn er ook vochtiger gedeelten waar de moeraswespenorchis en de rietorchis zich weer laten zien, ook zij vielen ten prooi aan de herten, net als het rond wintergroen dat met zijn tere witte bloemetjes karakteristiek is voor de duinvallei en net zo goed achteruit ging.

Niet al deze planten zijn even zeldzaam, maar damherten zijn echte liefhebbers van kruidachtige planten en eten die liever dan de wat taaiere grassen. Dat betekent dat tal van bloeiende planten in grote delen van de Waterleidingduinen nagenoeg zijn verdwenen en met hen de insecten die er afhankelijk van zijn.

Duinviooltje

Een duinviooltje dat wordt aangevreten, bijvoorbeeld, kan in het najaar niet de voedingsstoffen uit de plant in zijn wortels opslaan om af te sterven, de winter door te komen en in het voorjaar weer op te bloeien. Doordat de herten de plant aanvreten, gaan er minder voedingsstoffen terug naar de wortels. Als gevolg daarvan bot die in het voorjaar minder uit. Dat betekent dat de plant kleiner blijft, minder bloemen en zaad produceert én minder nakomelingen.

Dat heeft gevolgen voor insecten die er afhankelijk van zijn. Voor de rupsen van de kleine parelmoervlinder, die zijn eitjes uitsluitend op dit plantje afzet, is er dan minder te eten. De vlinder zelf haalt nectar bij het viooltje en andere planten, maar die bloeien minder uitbundig als de herten er hun tanden in hebben gezet. Daardoor is de vlinder in de Waterleidingduinen sterk afgenomen.

Ook grotere dieren, zoals reeën, hebben last van de grote aantallen damherten en worden verdrongen. Elk voorjaar worden de herten geteld, dit jaar waren er ruim 2300, tegen 3900 in 2016 toen het afschot na een ellenlange discussie en een gang naar de rechter begon. Hoewel de nodige dieren zijn geschoten, komen er elke lente weer nieuwe bij.

Samenstelling

Wel is de samenstelling van de populatie totaal veranderd. Aanvankelijk was de verdeling tussen de vrouwelijke en mannelijke dieren 65 tegen 35 procent. Inmiddels is de verdeling 40 tegen 60 procent. Dat betekent dat er in het voorjaar minder kalveren worden geboren en de aanwas afneemt.

Waternet wil in 2023 nog zes- à achthonderd dieren over hebben, een aantal dat het gebied kan voeden zonder dat flora en fauna daaronder lijden. Aanvankelijk was het de bedoeling dit jaar al zo ver te zijn, maar juridische procedures kosten tijd en tijd betekent verdere groei van de populatie. Ook lukt het niet elke winter het geplande afschot te halen.

Verantwoordelijk

Al in 2014, toen duidelijk was dat de grote aantallen damherten een bedreiging gingen vormen voor de flora en fauna in het gebied, werden de eerste exclosures ingericht. In de afgelopen jaren zijn er bij elkaar zestien aangelegd in verschillende grootte en landschapstypes: duingrasland, vochtige duinvallei en duinstruweel. Bij elkaar gaat het om veertig van de 3900 hectare die de Waterleidingduinen beslaan.

Van Til toont zich aangenaam verrast over de snelheid waarmee een aantal planten zich weer laat zien. „Misschien waren er resten die de kans kregen tot ontwikkeling te komen.” Hij wil niet te vroeg conclusies trekken: „We hebben warme zomers gehad met een droog voorjaar. Dit jaar begon met meer regen, dat heeft bijgedragen aan het herstel.”

Omdat de herten het groen in de exclosures niet meer kunnen opeten, wordt dat gemaaid waarna het maaisel wordt afgevoerd. „Als je niets doet, wordt het bos.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer