Dat maakte minister Kamp van Defensie maandag in Brussel bekend na overleg met zijn EU-collega’s.

De bewindsman ondertekende maandag ook meteen een overeenkomst voor samenwerking met Groot-Brittannië in een speciale gevechtsgroep voor mariniers. Daarvoor zal Nederland 750 mariniers inzetten. Daarnaast komt er een tweede gevechtsgroep van Duitsland, Finland en Nederland. Daarvoor wil Kamp op termijn ruim 600 man achter de hand houden.

De Europese ministers van Defensie kwamen in september in Noordwijk al overeen om zo’n tien gevechtsgroepen van elk 1500 snel oproepbare militairen op te richten. Deze gevechtsgroepen moeten binnen vijf tot tien dagen inzetbaar zijn in brandhaarden over de hele wereld. Dit streven past ook in de Europese defensiesamenwerking.

De inzet van gevechtsgroepen zal plaatsvinden op verzoek van de Verenigde Naties. Het binnenkort op te richten Europees Defensieagentschap (EDA) gaat de inzet aansturen. Ook is het de bedoeling het transport van troepen beter te coördineren. „Door deze stappen kunnen we de woorden over het Europese buitenlands beleid eindelijk ook met daden kracht bijzetten”, aldus Kamp.

Volgend jaar dient al één gevechtsgroep paraat te staan. Het is nog onduidelijk welke EU-lidstaten daaraan zullen meewerken. Vanaf 2007 zullen er telkens twee snel te activeren gevechtsgroepen klaarstaan. In totaal komen er dertien gevechtsgroepen, waarin veelal verschillende lidstaten samenwerken. Zij zijn dan per toerbeurt inzetbaar.

Daarbij zal de Europese defensieplanning ook rekening houden met het feit of landen op dat moment troepen beschikbaar moeten houden voor de snelle reactiemacht van de NAVO van in totaal 20.000 militairen. Nederland neemt volgend jaar met 4000 manschappen deel aan de NAVO-interventiemacht, waardoor de regering-Balkenende pas vanaf 2006 kan meewerken aan de gevechtsgroepen.