„Zo gek nog nooit meegemaakt”
Hagelwitte stranden, azuurblauwe zee, luxe hotels en enorme cruiseschepen. Achter de toeristische façade van Curaçao gaat een duistere wereld schuil. Op het Antilliaanse eiland lijkt iedereen betrokken bij de cocaïnesmokkel. Terwijl Nederland in rep en roer is over de toevloed aan drugskoeriers maakt men zich op Curaçao niet druk. Het is slikken of armoe. Deel 5 in een serie: Op het vliegveld.
„Laatste oproep voor vlucht KL 754 van vier uur naar Amsterdam.” De stem van de Antilliaanse dame schalt door de vertrekhal van de luchthaven Hato op Curaçao.
In het kleine restaurant op de eerste verdieping komen enkele mensen in beweging. Ze moeten de trap af naar beneden, linksaf door de veiligheidscontrole, langs de douane en dan ongeveer 200 meter in het zonnetje lopen naar de trappen bij de blauwe vogel, een MD11.
Het restaurant, waar men voor een blikje fris zonder met de ogen te knipperen 3 euro durft te vragen, biedt een panoramisch zicht op het platform, de start- en landingsbaan en de Caraïbische Zee erachter. Haarscherp is te zien wie wanneer en waarmee naar de KLM-kist loopt. Zakenlui met koffertjes, toeristen met rugzakken, een Antilliaan met twee plastic zakken.
Iedere keer als de man aan het tafeltje rechts in het restaurant beneden een bekende ziet lopen, tikt hij snel iets in op zijn mobiele telefoon. Het sms’je wordt even later beantwoord. Soms geeft de man een tik op de ruit. „Teken dat er een slikker is gepakt”, zal iemand later zeggen.
Vlak voor de twee -en soms drie- KLM-vluchten die ieder etmaal vanaf Curaçao naar Nederland gaan, is het op het betrekkelijk kleine vliegveld een drukte van belang. Een MD11 neemt bijna 300 passagiers mee, in de nachtvlucht met een 747 gaan er meer dan 400. Wie denkt op het laatste moment mee te kunnen, vist achter het net. Alle stoelen zijn verkocht.
„In de zeven jaar dat ik dit werk doe, heb ik het zo gek nog nooit meegemaakt”, zegt Juliette, medewerkster van een reisbureau in Willemstad. „Twee weken voor vertrek boeken kan normaal, maar lukt nu niet meer. Alles zit vol.” Ook de world business class van de KLM-vliegtuigen -„stoel uitgerust met uw persoonlijke satelliettelefoon en videosysteem”- is maanden van tevoren uitverkocht. Noem Juliette een willekeurige datum tot de zomer, en ze moet helaas „nee” verkopen.
Oorzaak? De bolletjesslikkers. „Cokebendes kopen gewoon voor 1 miljoen dollar aan tickets”, zegt een Nederlandse zakenman op Curaçao. „Reisbureaus werken noodgedwongen met wachtlijsten. En wie vliegt er dan, vraag je je af. De hotels op het eiland staan leeg.”
Niet allemaal. Er zijn hotels die goede zaken doen. Waarmee weet iedereen, niemand praat erover. Er zijn hotels op Curaçao waar koeriers kamers huren, de bolletjes slikken en hun vlucht afwachten. Vlak bij het vliegveld Hato zit er een. Volgens de dame achter de receptie is het hotel volgeboekt „door een groep.”
Ook hier types met voortdurend mobiele telefoons aan hun oor. In het donkere casino is het druk. Deuren van kamers op de eerste verdieping gaan snel dicht als bezoek dichterbij komt. Het hotel ligt op een uitgelezen plek. Vanuit het zwembad zijn de wielen van de aankomende en vertrekkende vliegtuigen bijna aan te raken.
De ’vaderlandse’ vluchten van en naar Curaçao worden beheerst door de cocaïnesmokkel. „De drugsproblematiek verstopt de reguliere markt”, zegt de Nederlandse zakenman. „Pas had ik iemand die snel voor een sterfgeval naar Nederland moest. Dat lukte rechtstreeks niet. Uiteindelijk is de man via Caracas in Amsterdam gekomen.”
voetnoot (u17(Zaterdag deel 6 en slot: Naast de herdershond.