M. (46) wordt verdacht van de in- en uitvoer van ruim 1300 kilo cocaïne en van witwassen. Volgens justitie had hij contact met verschillende drugsorganisaties. De politie startte vorig jaar een undercoveroperatie om te zien wat hij precies allemaal deed. De politie kocht de woning in Zevenbergschen Hoek, naast M. De agent deed zich voor als joviale buurman.

Alle informatie die M. met de undercoveragent deelde wordt niet als bewijsmateriaal meegenomen in het strafproces. Reden daarvoor is onder meer dat de undercoveragent zijn processen-verbaal nog niet had ondertekend, gaf de officier van justitie aan. Nu de agent is overleden kan hij zijn bevindingen ook niet meer bekrachtigen met zijn handtekening. Daarmee is het onduidelijk of hij definitief achter zijn rapport stond. De officier van justitie noemde ook als reden dat de verdediging de undercoveragent niet meer kan ondervragen.

Een speciale commissie doet onderzoek naar het overlijden van de undercoveragent van de afdeling Afgeschermde Operaties (AO) en de werkomstandigheden binnen deze afdeling van de politie.

Dit onderzoek van de commissie-Brouwer staat los van de strafzaak tegen M., benadrukte de officier. Hij zei ook dat infiltranten werken onder zware en risicovolle omstandigheden, wat volgens hem groot respect verdient.

M. is onlangs geconfronteerd met zijn einddossier, maar maakte tijdens deze eindverhoren gebruik van zijn zwijgrecht. Wel leverde hij een schriftelijke verklaring in. Het OM „hecht geen enkel geloof aan deze schriftelijke verklaring”, aldus de officier, omdat de verdachte hiermee confronterende vragen van de politie ontwijkt.