Met die woorden stimuleerden partijgenoten wethouder Ankie van Tatenhove van de gemeente Lansingerland om te solliciteren als landelijk voorzitter van de ChristenUnie. Ze schreef een brief aan de selectiecommissie en in april dit jaar kozen de ChristenUnie-leden haar als opvolger van Piet Adema. Een kennismaking met de vrouw die de komende periode het gezicht van de partijorganisatie van de ChristenUnie zal zijn.

Hoe bent u in de politiek terechtgekomen?

„Ik heb nooit bedacht: Ik wil politiek actief worden. Ik ben erin gerold. Een lokale krant zocht een journalist voor het bijwonen van raads- en commissievergaderingen. Dat deed ik tot 2006 en toen kwam de ChristenUnie met de vraag of ik op de lijst van de nieuwe gemeente Lansingerland wilde staan.”

Wat trok u aan in de politiek?

„Je bent bezig met nadenken over hoe je je als christen en christelijke partij kunt inzetten voor een rechtvaardige samenleving waar iedereen ertoe doet en waar zorg is voor kwetsbaren. Dat is, denk ik, hoe God een mens bedoeld heeft; met oog voor elkaar. Daar wil ik graag in meedenken; hoe je als christen iets kunt doorgeven in de politiek-bestuurlijke keuzes die je maakt voor je eigen gemeente.”

Bent u na de gemeenteraadsverkiezingen van volgend weer beschikbaar als wethouder?

„Die kogel moet nog door de kerk. We hebben hier alleen fulltime wethouders en voor het voorzitterschap van de ChristenUnie staat zo’n anderhalve dag per week. Ik moet nu zoeken naar een juiste balans tussen het wethouderschap en het partijvoorzitterschap. Ik wil beide functies goed uitvoeren. Dat betekent dat ik ’s avonds om elf uur nog weleens mails aan het beantwoorden ben of op zaterdag werk. Maar dat is op zich niet erg; ik ben gewoon een bezige bij.”

Wat moet er anders binnen de ChristenUnie?

„Ik ben niet gekomen om iets radicaal anders te gaan doen. Mijn voorganger, Piet Adema, heeft gebouwd aan een stevige ledenpartij. Daar wil ik verder mee gaan. Ik mag staan op de schouders van het voorgeslacht.”

Maar als ze nu na afloop van uw termijn zeggen: „Ankie heeft goed op winkel gepast”, vindt u dat dan een compliment?

„Nee. Ik zou liever horen: Ankie heeft de ChristenUnie door het hele land heen, van Terneuzen tot Westerkwartier, meer kleur op de wangen gegeven.”

Hoe gaat u dat doen?

„We moeten na deze coronatijd weer op zoek naar persoonlijk contact, naar onderlinge verbinding. Ik wil weer meer in de regio’s aan de slag. We gaan als ChristenUnie op lokaal en regionaal niveau het gesprek aan met mensen en maatschappelijke organisaties om samen de problemen te bespreken en gezamenlijk naar een oplossing te zoeken.

Ik wil ook graag aan de slag met de jongeren. Ik wil ze graag betrekken bij alle discussies die we voeren. Vertegenwoordigers van onze jongeren zitten al bij de vergadering van het partijbestuur. Ik zou ook weleens vaker bij hen willen aanschuiven om te weten wat er leeft. We moeten binnen de verschillende afdelingen van de partij ook meer stagelopen bij elkaar. Daar wordt iedereen wijzer van.”

De voorlopers van de ChristenUnie, RPF en GPV, vormden enkele decennia geleden samen ”klein rechts”. Zien we daar nog sporen van terug in de partij anno 2021?

„”Klein rechts” is de benaming vanuit mijn jeugd, nu wordt de ChristenUnie soms als ”links” betiteld. De tegenstelling links-rechts is te beperkt om het politieke krachtenveld in kaart te brengen. De ChristenUnie staat voor een sociale economie en een christelijk-sociale politiek.”

Groeien ChristenUnie en SGP uit elkaar?

„Het is van belang dat we elkaar goed kennen en elkaar weten te vinden. We moeten ook respect hebben voor de eigenheid van de partijen. Een goede verhouding is belangrijk. De verhouding is nu erg goed. Ik heb uitstekend contact met mijn SGP-collega Dick van Meeuwen.”

Voorziet u op termijn een fusie tussen ChristenUnie en CDA?

„Een fusie met het CDA is geen issue. We zijn verschillende partijen. Het CDA is ook wel verhard en richt zich naar mijn idee te eenzijdig op de financiën. Nederland is geen BV, maar een samenleving van 17 miljoen inwoners. Maar ik zie ook een CDA dat zich in de toeslagenaffaire hard maakt voor een overheid die de menselijke maat hanteert. Dat is een CDA dat ik graag zie en waarmee we samen op kunnen trekken.

We zijn als ChristenUnie een mooie partij met een duidelijk profiel. Het CDA is toch een heel andere partij, die ook aan de vooravond lijkt te staan van een stevige richtingenstrijd. En: laten we de discussie over al dan niet fuseren maar overlaten aan PvdA en GroenLinks…”