De muziekverzamelaar: Een concert in de huiskamer met eigen cd’s
Met ruim 1100 cd’s heeft Stineke Renes-Bom (80) inmiddels een imposante collectie muziek. Genoeg om een eigen concertprogramma samen te stellen om af en toe écht even voor te gaan zitten. „Net als in de concertzaal, alleen luisteren.”
De Puttense woonkamer van Renes doet geen verzamelaar vermoeden: er is vrijwel geen cd te zien. Toch zijn de geluidsdragers in overvloed in huis, 1104 stuks om precies te zijn. „Dat weet ik zo exact omdat ik ze genummerd heb en er een lijst van bijhoud. Maar de meeste cd’s bewaar ik boven, anders wordt het hier een soort Free Record Shop.”
De verzameling is „langzamerhand gegroeid”, zegt Renes. Als kind werd ze al grootgebracht met muziek. „Mijn vader was weg van Italiaanse opera, mijn moeder had meer met Duitse operettemuziek. Als ’s avonds een concert werd uitgezonden op de radio ging je daar echt voor zitten met elkaar.”
Haar man leerde Renes kennen toen het gezin naar IJsselstein verhuisde. Door hem sloot ze zich, zelf niet kerkelijk opgegroeid, aan bij de kerk. Samen met haar man –hij overleed in 2012– bezocht ze heel wat concerten. „Een tv hebben we nooit gehad, maar muziek stond heel vaak aan. Zo is in de loop van de jaren ook de cd-collectie ontstaan.”
Onbekend
Welke muziek er zoal in de verzameling zit, valt niet in één woord samen te vatten. „Van oud tot nieuw. Bekende componisten natuurlijk, maar ik probeer ook altijd te zoeken naar onbekende muziek.”
Een voorkeur heeft ze wel: muziek uit de barok en de renaissance. „Schitterend. Ook omdat ik erg houd van de context van deze muziek, de tijd waarin die is gemaakt, hoe deze componisten leefden.”
Wat niet snel in huis komt? Modernere muziek zoals van de Amerikaan Philip Glass. „Of van de Duitser Karlheinz Stockhausen: die vind ik verschrikkelijk en begrijp ik niet. Over het algemeen houd ik vooral van kleinere muziek, zoals kamermuziek.”
Inspiratie voor nieuwe cd’s doet Renes onder meer op bij concerten. „We bezochten jarenlang samen het Festival Oude Muziek in Utrecht. Dat is een mooie plek om cd’s van onbekendere componisten te vinden.”
Ze bewaart goede herinneringen aan het jaarlijkse festival. „Ik heb er een vriendin aan overgehouden. Na het overlijden van mijn man heb ik één jaar overgeslagen, daarna drongen mijn dochters erop aan toch weer te gaan. Daar ben ik blij mee; ik merk dat de herinneringen van de jaren waarin we samen gingen nu op een andere manier een plek hebben gekregen.”
Een andere mooie manier om muziek te ontdekken, is via haar werk als een van de presentatoren van een wekelijks klassiekemuziekprogramma op de lokale radio. Het repertoire daarvoor stelt ze zelf samen. „Soms werk ik met thema’s, zoals een muzikale vakantiereis, of oosterse muziek. Zo leer je voortdurend nieuwe muziek kennen.”
Dames
Renes heeft binnen haar verzameling een paar deelcollecties. Zo spaart ze vrouwelijke componisten. „Daar zoek ik bewust naar. Zoals de 17e-eeuwse Élisabeth Claude Jacquet de la Guerre – alleen die naam is al muziek. Voor de radio heb ik een paar keer op Moederdag een programma met alleen dames gedraaid. Op Vaderdag onlangs ook trouwens, ik dacht: Dan kunnen de heren naar de dames luisteren.”
Haar „liefde voor Israël” leidde tot een verzameling cd’s met Joodse muziek. „Echt traditioneel. Synagogaal, maar bijvoorbeeld ook klezmer.”
Lange tijd haalde Renes haar cd’s aan het Vredenburg in Utrecht, bij de vermaarde platenzaak Boudisque. Die moest de deuren sluiten, maar een webshop bleef bestaan, waar de Puttense nu haar slag slaat. „Die winkel is heel betrouwbaar en je kunt er alles vinden; het moet wel heel gek lopen wil deze meneer niet kunnen leveren.”
Uitbreidingen
Ze zoekt niet meer bewust naar uitbreiding van de collectie, maar met enige regelmaat komt er toch weer iets boeiends langs. „Iemand wees me op Joseph Bologne Chevalier de Saint-George, een zwarte componist, zoon van een plantage-eigenaar en een slavin. Van hem heb ik toen een cd aangeschaft, binnenkort draai ik er iets van in het programma.”
Welke cd het vaakst in de speler gaat? „Heel graag luister ik naar ”Schubertiade” van tenor Julian Prégardien. Daarop proberen de musici zo’n muziekavond na te bootsen zoals die in Schuberts tijd in Wenen plaatsvond. Een heel mooie tenor.”
Vivaldi is ook favoriet, liefst een uitvoering vanuit Frankrijk. „Er is daar sinds kort een hele generatie jonge Franse musici die zulke mooie muziek maakt. De countertenor Philippe Jaroussky bijvoorbeeld. Of mezzosopraan Lea Desandre, met Vivaldi’s aria ”Armatae face et anguibus”, waarin de furiën worden opgeroepen. Ze zingt daar zó gigantisch, dat mag ik geweldig graag opzetten.”
Helend
Dagelijks klinkt er muziek in het huis van Renes. „Ik ben zo dankbaar dat er muziek is, troostend en helend. Al ben ik zelf totaal niet muzikaal. Ik zal me in mijn programma ook niet wagen aan opmerkingen over de opbouw van een stuk. Maar luisteren doe ik graag.” Dat gebeurt meestal op de bank, met een „vrij simpele” cd-speler. „We hadden eerst een flink apparaat met 3 kilometer snoer erbij, maar daar ben ik niet technisch genoeg voor. Maar wat ik nu heb, is goed genoeg; er komt een heel mooi geluid uit.”
Sinds de coronatijd stelt ze af en toe „cd-concertjes” samen. Op zulke momenten gaat ze er echt voor zitten, alleen voor de muziek. Zo hoort het ook, zegt ze. „Muziek mag geen muzikaal behang zijn, geen achtergrondmuziek. Als ik intens lees, staat er geen muziek aan – als ik muziek luister, lees ik niet. Net als in de concertzaal, alleen luisteren.”
Serie
De muziekverzamelaar
Ze sparen tastbare dingen die met muziek te maken hebben: programmaboekjes, instrumenten, lp’s, cd’s. Wie zijn deze muziekverzamelaars en wat drijft hen in hun hobby? Deel 4 (slot): de verzamelaar van cd’s.