Grondstofbedrijven onder druk op lager Wall Street
De Amerikaanse aandelenbeurzen zijn de handelsdag donderdag lager begonnen. Vooral grondstofbedrijven stonden onder druk door de gedaalde prijzen van bijvoorbeeld olie en staal. Dat kwam onder meer door de belofte van China om minder staal te produceren en te gebruiken. Verder maken beleggers op Wall Street zich aanhoudend zorgen over het wereldwijd oplopende aantal coronabesmettingen, waardoor het herstel uit de crisis kan worden ondermijnd.
De leidende Dow-Jonesindex noteerde in de vroege handel 0,3 procent lager op 34.840 punten. De brede S&P 500 zakte 0,3 procent tot 4385 punten en techgraadmeter Nasdaq verloor 0,5 procent tot 14.464 punten.
Staalconcern US Steel en mijnbouwer Freeport-McMoRan noteerden tot 5,3 procent in de min. De prijs voor ijzererts in de zogeheten termijnhandel zakte verder weg. In vergelijking met de piek in mei wordt ijzererts voor 40 procent minder verhandeld. Dat heeft ook effect op de staalprijzen.
Qua bedrijfsresultaten ging de aandacht onder andere uit naar chipproducent Nvidia. Dat bedrijf presteerde in het tweede kwartaal van zijn gebroken boekjaar beter dan voorzien en won 0,3 procent. Fabrikant van netwerkapparatuur Cisco Systems won op zijn beurt 0,6 procent na cijfers.
Lingeriemerk Victoria’s Secret beleefde een koersval van 7 procent. De verkopen van het merk bleven ver achter bij de verwachtingen. Daarbij lukte het niet om de marges op te voeren. Ook beleggingsapp Robinhood Markets stond bij de verliezers. Het aandeel verloor 9 procent, vooral als gevolg van de mindere vooruitzichten voor het huidige kwartaal. De afgelopen maanden profiteerde het handelsplatform vooral van de levendige handel in crypto’s.
Andere bedrijven die met cijfers kwamen waren warenhuisketens Kohl’s (min 0,7 procent) en Macy’s (plus 6,2 procent). Verder werd bekend dat het aantal WW-aanvragen in de Verenigde Staten sterker dan verwacht is gedaald. Het was de vierde week op rij dat het aantal aanvragen daalde, wat aantoont dat de omstandigheden op de arbeidsmarkt ondanks het oplopende aantal coronabesmettingen aan het verbeteren zijn.
De euro was 1,1694 dollar waard, tegenover 1,1699 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie werd 3,3 procent goedkoper op 63,29 dollar. Brentolie kostte 3 procent minder op 66,21 dollar per vat.