OM eist tot 10 jaar voor schietpartij in Amsterdamse Vechtstraat
Twee verdachten van een schietincident in de Amsterdamse Rivierenbuurt, waarbij met een kalasjnikov 21 keer op een woning is geschoten, moeten als het aan het Openbaar Ministerie ligt tien jaar de cel in. Tegen de derde verdachte eiste de officier van justitie bij de rechtbank in Amsterdam acht jaar gevangenisstraf, omdat hij zich tijdens het proces meewerkend heeft opgesteld.
Amier S. (21), Damian L. (22) en Denver B. (22) zijn volgens het OM schuldig aan medeplegen van poging tot moord in de vroege ochtend van 26 augustus vorig jaar. De schietpartij gebeurde vlak voor 04.00 uur ’s nachts in de Vechtstraat. In de woning waren op dat moment een vrouw, haar zoon en zijn vriend aanwezig. De zoon lag op de bank te appen en raakte lichtgewond door een fragment van een kogel. Zijn vriend sliep op de bank en werd wakker van het schieten. De vrouw was toevallig wakker en zat op het toilet. Ze hebben verklaard dat ze geen idee hebben waarom ze onder vuur werden genomen.
Het wapen is gewikkeld in een vest teruggevonden in een auto vlak bij de schietpartij. Dat voertuig werd in een ander politieonderzoek al geobserveerd met een camera, waardoor de politie snel ter plaatse was. L. en B. konden snel na het incident worden aangehouden in Leeuwarden en Amsterdam-West. In december volgde de arrestatie van S.
De verdachten verklaarden alle drie dat ze niet hebben geschoten. Volgens het OM is niet duidelijk geworden wie de schoten heeft gelost, maar staat wel vast dat de drie het misdrijf samen hebben voorbereid, samen ter plaatse zijn gegaan en zijn vertrokken. „Gelet op het aantal schoten had het veel slechter kunnen aflopen”, aldus de officier.
Met de strafeis wil het OM een signaal afgeven dat streng wordt opgetreden tegen schietincidenten. „Schietpartijen als deze lijken te passen in een patroon”, zei de officier. „Vuurwapengeweld en lichtzinnig gebruik van vuurwapens zijn serieuze problemen die met regelmaat voorkomen in Amsterdam.” In de Vechtstraat was een dag eerder ook al geschoten.
B. legde eerder een verklaring af bij de politie, waardoor zijn strafeis lager uitviel. Hij zei dat hij niet wist wat er ging gebeuren, maar vermoedde dat het iets met drugs was. In twee auto’s reden ze naar de Rivierenbuurt. B. zei dat S. en L. uitstapten. „Ik zat op mijn telefoon toen ik ineens een paar klappen achter elkaar hoorde. Ik schrok me rot. De jongens sprongen in de auto en zeiden: rijden, rijden, rijden.”