Labour wil scherpe veiligheidswetten
De Britse regering wil op termijn verstrekkende wetgeving die nodig zou zijn om terrorisme te voorkomen en te bestrijden.
Als de Labour-partij van de Britse premier Blair na de volgende verkiezingen aan de macht blijft, komt die met verregaande wetgeving met betrekking tot de staatsveiligheid. Dat heeft de Britse minister van Binnenlandse Zaken, Blunkett, zondag in een tv-interview naar voren gebracht.
Het gaat daarbij onder meer om speciale tribunalen die zonder jury rechtspreken, een versoepeling van de eisen ten aanzien van toelaatbaar bewijsmateriaal en om de mogelijkheid om mensen die geen enkel strafbaar feit hebben begaan, enkel op grond van verdenkingen op te sluiten.
Blunkett zei wel dat de wetgeving niet voor de volgende verkiezingen, waarschijnlijk komend jaar, zal worden gepresenteerd.
De leider van de Liberaal-Democraten, Charles Kennedy, heeft Blunkett ervan beschuldigd met zijn plannen „de rechten van burgers te ondermijnen.” Het is volgens hem weer een uitwas van het „illiberalisme” van de regering-Blair.
Die verricht baanbrekend werk op het gebied van het strafprocesrecht. Eerder al vaardigde de Britse regering ingrijpende wetgeving uit tegen asociaal gedrag, vandalisme en kleine criminaliteit.
Daarmee kan een persoon door plaatselijke autoriteiten of politie worden gesommeerd zaken te doen of na te laten. Indien hij of zij er in de ogen van dezelfde autoriteiten geen gehoor aan geeft, dan kan de gesommeerde zonder vorm van proces in de gevangenis worden opgesloten.
Blunkett voorziet straks ook dergelijke maatregelen voor mensen die mogelijk terroristische daden beramen.
Britse media hebben zondag bericht dat in de troonrede van morgen Blunkett met nog meer en nog strengere maatregelen zal komen tegen asociaal gedrag en tegen de vele uit de hand lopende drinkgelagen. Voorts wenst de regering een nieuw systeem met identiteitskaarten.
De hoogste juridische autoriteiten in het Verenigd Koninkrijk, de Law Lords uit het Hogerhuis, buigen zich momenteel over het lot van acht gevangenen die al ruim drie jaar opgesloten zitten zonder ergens van te zijn beschuldigd.
Het zijn buitenlanders die de Britse overheid na de aanslagen in de VS van september 2001 verdacht vond en arresteerde. Het gaat in deze zaak om negen mannen van wie er een, een Algerijn, in september werd vrijgelaten.
De Britse regering zette de verdachte buitenlanders achter de tralies op grond van de speciale antiterrorisme-, misdaad- en veiligheidswet. Die staat opsluiting toe van buitenlanders die mogelijk een gevaar voor het land vormen maar die niet kunnen worden uitgezet. Voor deze wet onttrok Londen zich aan artikel 5 van de Europese Conventie van de Mensenrechten.
Raadslieden van de gedetineerden stellen dat het in „een democratie onaanvaardbaar is dat mogelijk onschuldige mensen zonder vorm van proces worden opgesloten, zonder enig beeld te krijgen van het tijdstip waarop ze weer vrijkomen.”
Indien de Law Lords de detentie van de negen afwijzen, worden de plannen van Blunkett volgens waarnemers erg moeilijk uit te voeren.