Dat heeft een Iraanse woordvoerder gezegd aan de vooravond van een voor maandag aangekondigde opschorting van het Iraanse programma voor uraniumverrijking.

„Er is geen plaats voor kernwapens in ons defensiebeleid”, aldus woordvoerder Hamid Reza Asefi van het Iraanse ministerie van Buitenlandse Zaken. „Als er zo’n beleid was, zouden we dat zeggen.”

De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, zegt te beschikken over inlichtingen die de beweringen van Iraanse oppositiebewegingen staven dat Iran een geheim programma heeft om volgend jaar atoomwapens te produceren. Dezelfde informatie zou duiden op de bouw van raketten die van kernkoppen kunnen worden voorzien.

Washington wil dat het Internationaal Atoomenergie Agentschap de kwestie van het mogelijke Iraanse kernwapenprogramma voorlegt aan de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. De raad kan Iran sancties opleggen wegens schending van het non-proliferatieverdrag.

Iran heeft Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië beloofd vanaf maandag te stoppen met alle activiteiten die met de verrijking van uranium te maken hebben. In ruil daarvoor garandeert de EU dat Iran het recht heeft op vreedzaam gebruik van kernenergie.

Een EU-bron in Brussel noemde zondag de Iraanse toezeggingen „een stap in de goede richting.” Hij zei ook dat de EU pas met Iran wil praten over een handelsverdrag en een politiek samenwerkingsverdrag als de naleving van de beloften is geverifieerd.

Uraniumverrijking is formeel niet in strijd met het non-proliferatieverdrag. Het IAEA en het merendeel van zijn lidstaten verlangen echter van Teheran dat het zijn verrijkingsprogramma stopt als een gebaar van goede wil.