Nes Ammim: een solidariteitsproject met opstartproblemen
Het dorp Nes Ammim heeft een stimulerende rol gespeeld in het contact tussen christenen en Joden na de Tweede Wereldoorlog. Christenen uit alle lagen van de bevolking gingen praktisch aan de slag om de staat Israël te helpen opbouwen.
Zonder problemen bij de start verliep dat echter niet. Een belangrijke sponsor, de Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN), was bij het begin in 1961 namelijk óók nog volop betrokken bij de verspreiding van evangelisatiemateriaal op Joodse adressen in Amsterdam. De communicatie daarover met de Joodse gemeenschap verliep gebrekkig. Dat betoogt kerkhistoricus dr. Gert van Klinken, verbonden aan de Protestantse Theologische Universiteit (Amsterdam), naar aanleiding van zijn boek ”Nes Ammim. Protestants in the Young State of Israel, 1952-1967” (uitg. Verloren, Hilversum).
Wortels
De wortels van Nes Ammim lagen in het werk van Schotse zendelingen, die in 1861 in Tiberias een ziekenhuis stichtten. Oprichter van Nes Ammim was Johan Pilon, geboren op Java en in 1952 benoemd als gynaecoloog in het ziekenhuis van Tiberias. Pilon ontwikkelde zich tot een bevlogen leider die kerkelijke steun in Nederland, Zwitserland en Amerika wist te krijgen voor het vestigen van een protestantse nederzetting (moshav) in Galilea.
Nauw betrokken waren de Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN), die hun zending onder het Joodse volk inmiddels aanduidden als „verkondiging van het Evangelie in Israël.” Op 20 december 1961 werd tijdens een persconferentie in Amsterdam de nederzetting Nes Ammim gepresenteerd, met desastreuze resultaten, aldus Van Klinken. „De Joodse gemeenschap ontdekte dat een van de bestuursleden actief betrokken was bij missionaire activiteiten van de GKN. Het was al sinds 1917 gewoonte dat alle Joden in Amsterdam drie keer per jaar de Messiasbode door de bus kregen, waarin werd opgeroepen om Jezus als de Messias te erkennen en lid te worden van de kerk. Dat het blad inmiddels Licht en Leven heette maakte in de ogen van de ontvangers weinig uit. Geen wonder dat de Joodse gemeenschap verontwaardigd reageerde. En dat instanties in Israël de oprichters van Nes Ammim verweten onvoldoende overleg met hen te hebben gepleegd of vermoedden dat de nederzetting toch heimelijk zending zou bedrijven.”
Werkte dat wel: wel getuigenis, maar geen zending?
„Aan alle kanten werd hierover pijn gevoeld. Het probleem was dat Nes Ammim bij de start geen open kaart had gespeeld met degenen voor wie het dorp in de eerste plaats was bedoeld. Dat de Gereformeerde Kerken streefden naar solidariteit met Israël én een vorm van Jodenzending bedreven, viel blijkbaar niet uit te leggen. De Israëlische overheid voelde zich bedrogen en eiste extra garanties. Het leidde ertoe dat christen geworden Joden niet in het dorp konden komen wonen. Een pijnlijke zaak, want hoe heftig dat ook ontkend werd: het betrof een vorm van discriminatie. Op een bepaalde manier onderstreepte dit drama juist de bestaansreden voor Nes Ammim: het willen overbruggen van de afstand tussen de christelijke en de Joodse gemeenschap, een afstand die toen nog heel groot was.”
Actualiteit
Nes Ammim bestaat nog steeds en heeft zich ontwikkeld tot een oecumenische, internationale gemeenschap van circa 30 tot 40 vrijwilligers, met name gesteund door kerken uit Duitsland en Nederland. De nederzetting is gebaseerd op „gelijkwaardigheid en respect voor de levensovertuiging van anderen”, zo vermeldt de website. In Nes Ammim zijn zowel Europese vrijwilligers als lokale Joodse en Palestijnse krachten werkzaam. De nederzetting heeft een multi-etnische en multireligieuze wijk gebouwd, waarin Joden, Palestijnen en andere Israëli’s vreedzaam samenleven.
Van Klinken is er vier jaar geleden nog geweest. „Nes Ammim is een mooi voorbeeld van een solidaire gemeenschap waarin alle lagen van de beroepsbevolking vertegenwoordigd zijn en waarin je ook iets concreets voor elkaar doet. Maar de les die we na al die jaren moeten trekken, is dat als je iets opzetten wilt, je dat niet alleen vóór maar ook mét de ander moet doen.”