Column (dr. R. Bisschop): Christenvervolging
De Tweede Kamer besprak enige tijd geleden een initiatiefnota van CDA, CU en SGP die de vinger legde bij de toenemende christenvervolging wereldwijd.
De nota gaf ook een aantal aanbevelingen voor de houding van de Nederlandse regering hierin. In het debat erover werden die van links tot rechts omarmd. Opvallend waren wel enkele kanttekeningen vanuit seculiere zijde bij de nota. Het klopte allemaal wel, maar we moeten toch ook meer rekening houden met ándere oorzaken, zoals etnische tegenstellingen, sociale factoren, droogte en honger, of andere economische motieven voor het geweld. En in het mensenrechtenbeleid moet toch zeker ook aandacht zijn voor mensen met een andere seksuele geaardheid. Dat soort wegkijkerij.
Het is vaak maar een klein berichtje in de krant. Maar elke week wel minstens één keer. ”Vijf christenen in Noord-Nigeria geëxecuteerd”, ”Rapport: Christen blijft doelwit regime Noord-Korea” , ”Pakistaanse blasfemiewet maakt steeds meer slachtoffers”, ”Zorgwekkende toename geweld tegen christenen in Afrika”. Een eindeloze reeks berichten over vervolging van christenen heden ten dage.
Jaarlijks publiceert Open Doors een ranglijst christenvervolging van de vijftig landen waar het gevaar dat christenen lopen extreem of zeer hoog is. In de overige 24 landen is er sprake van lijden „in hoge mate.” Bij de laatste ranglijst lichtte de organisatie toe hoe de intensiteit van de vervolging fors toeneemt. Kerken worden verwoest, er worden aanslagen gepleegd en duizenden christenen worden jaarlijks om hun geloof gedood, het overgrote deel in Afrikaanse landen. Tienduizenden worden maatschappelijk achtergesteld of uitgesloten van noodhulp die de gevolgen van de corona-epidemie wat moet lenigen. Miljoenen christenen hebben te maken met sociale uitsluiting of dreiging vanuit familie- of stamverbanden.
Bekijk je de ranglijst uitvoeriger, dan valt op dat het bij driekwart van de lijst om islamitische landen gaat. Daarnaast ontbreken communistische regimes als Noord-Korea en China natuurlijk niet. Verder in Azië nog enkele hindoeïstische en boeddhistische staten, en enkele landen waar vooral criminele organisaties de ellende veroorzaken.
Wie zijn er nu verantwoordelijk voor de vervolging? In sommige gevallen is dat de overheid zelf, die door ”blasfemiewetten” de islam wil beschermen, zoals in Pakistan, of die door steeds verdergaande digitale controle haar eigen machtspositie probeert veilig te stellen, zoals in China. Of het zijn terreurgroepen als Boko Haram en militante Fulaniherders, die in Nigeria al jarenlang aanhoudend geweld plegen, mensen vermoorden, dorpen platbranden en kinderen en vrouwen ontvoeren. In landen als Congo, Colombia en Mexico zijn het vooral criminele organisaties die christenen bedreigen – wat mede mogelijk is door falend overheidsgezag. En de oprukkende taliban in Afghaanse burgeroorlog betekent evenzeer een toenemende dreiging voor christenen.
Wereldwijd gaat het om 340 miljoen vervolgde christenen. Dat is een op de acht christenen! Daarmee is het christendom de grootste vervolgde minderheidsgroep. Daar past geen wegkijkerij bij, maar hoogste alertheid. Deze vervolgingen hoeven ons niet te verrassen, want Jezus waarschuwt Zijn discipelen immers al: „Indien zij Mij vervolgd hebben, zij zullen ook u vervolgen” (Johannes 15:20). Klopt, maar is dat tegelijk niet een al te gemakkelijk reactie? Want wat als dergelijke vervolgingen eens rechtstreeks onszelf zouden raken? Hebben we dan de geloofsmoed en de lijdzaamheid die soms uit de persoonlijke verhalen van vervolgde broeders en zusters spreekt? Bereiden we ons erop voor? Strijden we ondertussen met hen mee door het gebed?
En toch hangt het ook weer niet van onszelf af, gelukkig maar. Precies zes jaar geleden kopte een krant: ”Het kruis verdwijnt”. Dat had betrekking op IS die Noord-Irak en Syrië veroverde, het gebied waar bijna 2000 jaar geleden in Antiochië de volgelingen van Jezus voor het eerst ”christenen” werden genoemd (Handelingen 11:26). Maar sinds enkele jaren worden daar de kerken weer geopend. Een bemoedigend voorbeeld dat de poorten der hel Gods gemeente nooit zullen overweldigen.
De auteur is lid van de SGP-Tweede Kamer-
fractie.