Migranten in de Golf worden uitgebuit, maar de kerk groeit
Uitbuiting van migrantenwerkers: in de Golfstaten is het aan de orde van de dag. Toch groeit de kerk in en buiten de zogeheten ”werkkampen”, zegt Hrayr Jebejian, secretaris van het Bijbelgenootschap van de Golfstaten en verantwoordelijk voor het gehele Bijbelwerk in deze regio.
De slechte positie van migrantenwerkers werd recent nog eens onderstreept door de bouw van enorme voetbalstadions in Qatar, ter voorbereiding op de wereldkampioenschappen voetbal in 2022. Naar schatting zijn er 6000 migrantenwerkers omgekomen tijdens de bouw van de luxueuze sportpaleizen.
Oud nieuws, zegt Jebejian, die dezer dagen onder meer voor overleg met het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap ons land aandoet. Het hoofdkantoor van zijn Bijbelgenootschap staat in Koeweit. „We wisten al langer dat de omstandigheden onder migrantenwerkers erg slecht waren. Er leven naar schatting zo’n 15 miljoen migrantenwerkers in de gehele Golfregio. Ze wonen in speciale werkkampen. ’s Morgens vroeg vertrekken ze met bussen naar de plek waar ze werken, meestal in de bouw of in fabrieken. Met bussen gaan ’s avonds weer terug naar hun woonplek, waar ze erg klein behuisd zijn, met vaak vijf mensen in één ruimte.”De salarissen zijn erg gering, gemiddeld 250 dollar per maand, vaak te weinig om iets naar huis te kunnen sturen, aldus Jebejian. „Veel van de werkers hebben geen opleiding. Door naar Bahrein of een andere Golfstaat te komen, hopen ze aan de armoede te ontsnappen. Vooral de vrouwen die hier als werkster komen, hebben het zwaar. Ze leven ver van hun familie en hebben hun kinderen soms maanden niet gezien. Ze worden soms seksueel uitgebuit.”
De coronacrisis heeft met name de migrantenwerkers erg getroffen, stelt Jebejian. „Door de kleine behuizing is het houden van anderhalve meter afstand onmogelijk, met als gevolg een toenemend aantal besmettingen en veel doden. Zij hebben ook geen mogelijkheid om zich medisch te verzekeren tegen ziektes. De situatie rond de coronaepidemie is nu enigszins onder controle door het opstarten van vaccinatieprogramma’s, maar het is voor veel buitenlanders onzeker of ze nog kunnen blijven of dat ze na hun verlofperiode weer terug kunnen komen.”
Geen evangelisatie
De Golfstaten zijn landen met een geringe eigen, Arabische bevolking en met veel rijke grondstoffen in de bodem. Dé ideale combinatie om een enorme toevloed aan buitenlanders te genereren. Bahrein bijvoorbeeld telt 1,7 miljoen inwoners, waarvan 53 procent migrantenarbeiders. De buitenlanders komen hoofdzakelijk uit Azië en Afrika, en een kleine minderheid uit Europa, Amerika en Latijns-Amerika. Bahrein is het derde land in de wereld met de meeste buitenlanders, na de Verenigde Arabische Emiraten, die voor maar liefst 90 procent bestaan uit buitenlanders, en Qatar, met 80 procent buitenlanders.
De Golfstaten zijn alle moslimstaten. Jebejian: „Het zijn Arabische staten waar de islam de heersende godsdienst is. Dat betekent dat evangeliseren en alle pogingen om bekeerlingen te maken een misdaad zijn. Toch is er een behoorlijke mate van vrijheid en is er officieel vrijheid van godsdienst, in tegenstelling tot Saudi-Arabië, het enige gesloten land in de regio. Alleen is het geen vrijheid van godsdienst zoals het Westen die opvat. Dat neemt niet weg dat er tientallen kerken en denominaties in de Golfstaten zijn die voortdurend groeien. Van het totale aantal van 50 miljoen inwoners van de gehele Golfregio zijn er tussen de 4 en 5 miljoen christenen. De migrantenwerkers –bijvoorbeeld uit de Filippijnen– nemen hun godsdienst mee en komen wekelijks bijeen in kerken in of buiten de kampen.”
De geestelijke nood en honger onder de migrantenwerkers is enorm groot, zegt Jebejian. „Er zijn veel gevallen van zelfmoord, wanhoop, eenzaamheid en depressie. Mensen snakken naar het eind van de tunnel. De kerk is een plaats waar mensen weer geestelijk perspectief krijgen en sociale verbondenheid ervaren. Bahrein kent vele kerken en Bijbelstudiegroepen. Vooral de pinksterkerken zijn missionair actief. Maar er zijn veel zelfbenoemde voorgangers die ook zelf toegerust moeten worden om andere gelovigen te kunnen helpen, omdat het hen aan gezonde kennis ontbreekt. Daarom is Bijbelonderwijs een onmisbare voorwaarde en primaire levensbehoefte van de kerk.”