Museale sfeer in huis met blijvende boodschap
”Ere zij God”. De spreuk zegt alles over hoe de bewoonster van de Utrechtseweg in Hilversum wil leven. „Hij moet op de eerste plaats staan.”
De 120 jaar oude woning aan de weg tussen Hilversum en Hollandsche Rading is er een om even bij stil te staan; een statig pand, omgeven door bomen en struiken. In het huis heerst een bijna museale sfeer. Dikke houten balken en witte muren met overal potjes, foto’s en andere versieringen geven het gevoel alsof de tijd er heeft stilgestaan. Moderne apparatuur is er bijna niet te vinden.
Jarenlang hing er een algemene spreuk aan de gevel, geplaatst door de vroegere bewoners. Het was echter tegen de zin van het echtpaar Van Zonneveld, dat er in 1978 kwam wonen. Zij wilden de eer van God aan de gevel tot uitdrukking brengen. Op dit moment woont de 88-jarige Gerda van Zonneveld-Wouda alleen in het pand. Haar man Herman overleed in 2015 op 85-jarige leeftijd. Hij was een broer van de christelijke gereformeerde ds. P. van Zonneveld. Mevrouw Van Zonneveld komt vanwege haar gezondheid niet meer buiten de deur. Maar ze leest nog dagelijks twee kranten, waaronder het Reformatorisch Dagblad, dat al zo’n vijftig jaar bij haar op de mat valt. Ook heeft ze nog veel contacten „van atheïst tot oud gereformeerd.”
Het geloof heeft een centrale plaats in het leven van Van Zonneveld. In 1955 trouwde de geboren Amsterdamse met haar Bussumse man. Hij had een handel in dakbedekkingen, die was gevestigd in de Joodse buurt in Amsterdam. Bewogen vertelt ze over haar echtgenoot: „Hij vreesde de Heere.” De twee ontmoetten elkaar op verenigingsavonden van de kerk. Ze gingen in Bussum wonen. In 1970 volgde een verhuizing naar Hilversum. En in 1978 verkasten ze binnen de mediastad naar het pand aan de Utrechtseweg.
Van Zonneveld staat op en daalt een trap af om te laten zien waarom ze dit huis kochten. Onder het herenhuis bevindt zich een ruime kelder. „Hier hebben we bijeenkomsten van kerkelijke verenigingen gehouden van de plaatselijke christelijke gereformeerde kerk. Voor die bijeenkomsten hebben we dit huis gekocht.”
In die tijd ging het gezin zich minder op de plek voelen in de gemeente. Het echtpaar Van Zonneveld sloot zich aan bij de vrije evangelische gemeente van Hilversum. In beide kerken deden ze jarenlang onder andere evangelisatiewerk.
Het echtpaar maakte bijzondere dingen mee. „Op een avond toen wij weg waren, werd bij ons huis door een onbekende een grote hoeveelheid kleding gebracht. Mijn man zei dat ik dit maar naar Roemenië moest brengen.” Het was echter nog in de tijd van het IJzeren Gordijn. Na veel overwegen en gebed vertrok mevrouw Van Zonneveld met haar zus in de winter naar het Oostblokland. Verder dan de Roemeense grens kwamen ze niet. Met de kleding bij zich reden ze via Hongarije weer terug naar Oostenrijk. Daar ontmoetten ze mensen die vaker kleding naar christenen in Roemenië brachten en die het wel van de twee zussen wilden overnemen. Van Zonneveld ziet hier duidelijk de leiding van God in.
Nieuw bord
Terwijl in het huis in Hilversum allerlei kerkelijke activiteiten waren, getuigde de gevel daar niet van. „De vorige eigenaar had ”HoJo”op de gevel gehangen. Mijn man ergerde zich daar aan. Toen we veertig jaar waren getrouwd, wilden de kinderen ons een nieuw gevelbord geven. Mijn man wist meteen wat er moest komen: ”Ere zij God”. En daar was ik het mee eens. Je moet leven tot eer van God.”
Het metalen bord heeft in de loop van de jaren veel reacties opgeleverd. „Als mensen elkaar de weg wijzen, zeggen ze weleens: „Je moet linksaf slaan bij Ere zij God.” En een vriendin uit Urk schreef op haar brieven altijd: „Aan Huize Ere zij God.” Ook kregen we een keer een brief van een onbekende die ons complimenteerde met het mooie opschrift.” Met enige regelmaat blijven voorbijgangers even stilstaan bij het huis. Ook voor Van Zonneveld zelf heeft de tekst dagelijks nog veel te zeggen. „Ik heb God de hele dag nodig. In alles.”
Dit is het laatste deel van een serie waarin RD-lezers vertellen over de gevelspreuk op hun woning.