Op 14 februari vorig jaar bekende W. zijn 79-jarige plaatsgenote J. van Offeren-Bik, beter bekend als het wandelvrouwtje, op brute wijze te hebben verkracht en vermoord.

Afgelopen voorjaar legde de rechtbank in Assen W. een aanzienlijk lagere celstraf van tien jaar en TBS op. Daarna ging hij zonder medeweten van zijn advocaat in hoger beroep.

Van Offeren bezocht regelmatig de diensten van de evangelisatiepost van de Gereformeerde Gemeenten in Emmen. Soms kwam ze ook naar de bijbelstudie of de vrouwenvereniging.

Enkele dagen na haar dood werd de vrouw gevonden in een bos bij Emmen. Ze was met haar polsen vastgebonden aan een boom, verkracht en door geweld om het leven gebracht. W. werd aangehouden na grootscheeps DNA-onderzoek.

Het hof constateert dat W. het slachtoffer niet in een opwelling van het leven heeft beroofd. Vanaf het moment dat hij van huis vertrok en het slachtoffer aansprak, was hij dit al van plan. „Er was voor hem klaarblijkelijk geen weg meer terug. Zij had hem gezien en dus moest ze dood”, aldus de raadsheer.

Het hof stelt dat het 79-jarige slachtoffer op een verschrikkelijke manier aan haar einde is gekomen. „Zij moet vanaf de tijd dat zij door verdachte in de kofferbak van de auto werd geduwd tot aan het moment van de moord, letterlijk doodsangsten hebben uitgestaan. De vrouw is op een onmenselijke manier behandeld. Het leed dat verdachte daardoor aan het slachtoffer en nabestaanden heeft toegebracht, is onuitwisbaar en onomkeerbaar, zoals haar drie dochters ook al zeiden in de slachtofferverklaring.” Een lange gevangenisstraf is volgens het hof dan ook op zijn plaats.

Het hof neemt de conclusie van het Pieter Baan Centrum dat Erik W. verminderd toerekeningsvatbaar is over en acht de kans op herhaling groot. „Voor de algemene veiligheid is het noodzakelijk dat W. wordt verpleegd”, aldus het hof.