RvS: Minister hoeft stukken Cheider niet openbaar te maken
De Raad van State heeft woensdag het verzoek om openbaarheid van stukken over vermeend seksueel misbruik op de orthodox-Joodse school Cheider afgewezen.
Ouders van (oud-)leerlingen hadden onderwijsminister Arie Slob gevraagd om de stukken openbaar te maken. Zij vonden dat het Cheider kinderen onvoldoende beschermde, omdat de school lang geen aangifte deed van het vermoeden van ontucht nadat een inspecteur had vastgesteld dat hier waarschijnlijk sprake van was.
De minister wees dit verzoek tot openbaarmaking echter af. Volgens hem viel het niet onder de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Slob gaf aan dat de documenten onder de Wet op het onderwijstoezicht vielen en dat de onderwijsinspectie daarom een plicht had tot geheimhouding. De ouders gingen tot in de Raad van State in beroep tegen dit besluit. De raad stelde de minister in het gelijk.
De zaak rond het vermeende misbruik betrof een leerkracht van het Cheider. Ephraïm S. werd beschuldigd van ontucht met vier leerlingen. De eerste meldingen daarvan zouden in 2012 zijn binnengekomen. Uiteindelijk werd S. in 2018 door de rechtbank van Amsterdam alleen veroordeeld voor het misbruik van een destijds 13-jarige jongen. De leerkracht kreeg toen twee jaar cel opgelegd, waarvan een half jaar voorwaardelijk. Het gerechtshof sprak hem afgelopen februari echter vrij van alle feiten.