„Latijn nodig voor gezonde theologie”
De synode van de PKN besprak vrijdag het rapport ”Differentiatie predikantsopleiding”. In dit rapport wordt voorgesteld het Latijn als een verplicht vak tijdens de opleiding tot gemeentepredikant of geestelijk verzorger te schrappen. Hoe beoordelen anderen dit voorstel? „Een onaangename ontwikkeling”, zegt prof. dr. J. van Oort. „Dit kan leiden tot een vage of helemaal geen theologie.”
Volgens de Utrechtse docent kerkgeschiedenis is een grondige kennis van het Latijn voor toekomstige predikanten onmisbaar. „De bronteksten van de christelijke traditie zijn zonder het Latijn niet te lezen. Ook goede bijbelcommentaren waarin veel Latijn voorkomt, zijn door deze maatregel niet meer toegankelijk voor toekomstige predikanten. Veel wordt de studenten zo onthouden.”
De commissie differentiatie predikantsopleiding, die het voorstel formuleerde, erkent het belang van het Latijn. In het rapport schrijven de commissieleden dat de kennis van het Latijn een belangrijke bijdrage levert aan de theologiebeoefening. Toch stellen zij voor het Latijn als een verplichting voor iedereen die predikant wil worden, te laten vallen. „Wat de talen betreft, geven we voorrang aan de bijbelse grondtalen als een verplichting voor iedereen; het Latijn wordt alleen verplicht gesteld in specialisatietrajecten”, aldus het rapport.
Als reden voor deze keuze wordt aangevoerd dat het vakkenpakket voor de opleiding theologie in de loop der jaren is uitgebreid met „sociaal-wetenschappelijke disciplines” die inzicht bieden in het praktische functioneren van kerk en geloof. Het klinkt mooi, aldus prof. van Oort, „maar het leidt tot een vage theologie. Een praktisch theoloog is pas echt praktisch als hij allereerst theoloog is.”
De rector van de Theologische Universiteit in Apeldoorn, prof. dr. H. G. L. Peels, uit zich in soortgelijke bewoordingen. „Er is een koerswijziging merkbaar in de theologie. De praktische vakken nemen steeds meer ruimte in binnen het curriculum. Dat gaat ten koste van de klassieke talen. In Apeldoorn hebben we zeker oog voor de meer praktisch en agogisch ingestelde vakken, maar wij blijven vooral ook het nut van de klassieke talen inzien. Voor een gezonde, gereformeerde theologie blijft het noodzakelijk dat je de bronnen in de oorspronkelijke taal kunt raadplegen.”
De Apeldoornse hoogleraar merkt op dat in het buitenland de belangstelling voor de klassieke talen weer toeneemt. „In Zuid-Afrika en ook in Duitsland bijvoorbeeld wordt binnen de theologische opleiding weer meer aandacht gegeven aan de klassieke talen. Misschien is het in Nederland wel een modeverschijnsel - en zal men in de toekomst dit voorstel betreuren.”
Op de Theologische School van de Gereformeerde Gemeenten in Rotterdam zijn de klassieke talen niet verplicht. Vóór 1980 kregen de studenten les in Grieks en Latijn. Sindsdien ligt de prioriteit vooral bij de bijbelse brontalen, het Grieks en het Hebreeuws. Wel bestaat er de mogelijkheid om Latijnse lessen te volgen. „Maar bij ons kan iemand ook zonder kennis van de klassieke talen dominee worden”, zegt de rector van de opleiding, ds. A. Moerkerken.
Hij erkent echter het belang van de klassieke talen. „Als ik PKN-predikant zou zijn, zou ik me hebben verzet tegen dit voorstel. Hieruit blijkt duidelijk dat theologie langzamerhand een antropologische aangelegenheid wordt. De menswetenschap wordt belangrijker dan de zuivere exegese.”
Pieter Slager (24) volgt op dit moment de vooropleiding klassieke talen aan de vrijgemaakte Theologische Universiteit te Kampen. De beheersing van het Latijn en het Grieks is een voorwaarde om toegelaten te worden tot de opleiding theologie in Kampen.
De Kampenaar heeft er geen problemen mee. „Het is goed voor je algemene ontwikkeling en bovendien vind ik het goed dat een predikant kennis heeft van het Latijn. Vroeger werden veel theologische werken in het Latijn geschreven. Zoals werken van Calvijn. Dan is het makkelijk als je de taal zelf beheerst.”
Zijn antwoord op de vraag of hij ergens anders zou gaan studeren als Latijn daar geen verplicht vak was, laat aan duidelijkheid weinig te wensen over. „Nee, zeker niet. Ik wil graag predikant worden -wel een praktische- in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. De enige weg loopt dan langs de Broederweg.”