Levende begeerte
Psalm 119:40
„Zie ik heb een begeerte tot Uw bevelen, Maak mij levend door Uw gerechtigheid.”
De jonge man is door onze Heere Jezus Christus, sterk geworden. Een zeer groot gedeelte van onze kerkleden lééft, maar men moet verschillende proeven met hen nemen om te weten, of er enig leven in hen is.
Zij lijken op personen, die zojuist uit het water zijn opgevist. Om te ontdekken, of zij leven, houdt je een spiegeltje voor hun mond en je kijkt, of er een beetje wasem op komt. Je knielt neer en tracht het zwakke geluid van de ademhaling te vernemen.
„Het is iets, wat ik graag wil weten, ’t wekt vaak een bang vermoeden op”, zo klinkt de erbarmelijke kreet van velen. Misschien is er leven in hen, maar het is leven in een diepe slaap.
Maar de krachtige christen is heel anders. Hij vraagt niet, of hij leeft of niet. Hij wéét, dat het zo is, door wat hij in staat is te doen, door de kracht van zijn leven, door wat hij inwendig voelt kloppen, door de begeerten, die branden in zijn ziel, ja, zelfs ook door het verdriet en de smart, die hem het hoofd doen buigen. Hij weet, dat hij leeft.
Anderen doen wel iets voor Christus: zij weten, dat zij leven, maar hun gehele geestelijke gesteldheid is verzwakt. Als zij de hamer opnemen en werken voor God, maar zij doen dat zó zacht, dat de spijkers het niet voelen.
C. H. Spurgeon, predikant te Londen
(”12 Preken voor jongeren”, 1868)