Dat Annerinde als bijbaan iets met kaas zou gaan doen, is niet zo verwonderlijk. Het was haar opa die ooit begon met het verkopen van kaas. Jaren later nam haar oom het bedrijf over. Toen een van de medewerkers van Kaashandel J. Hogendoorn vertrok, kwam Annerinde, toen 15 jaar, er werken.

Ze helpt soms met het omdraaien van kazen in het koelpakhuis, het zogenaamde opleggen; belangrijk om de kaas goed te laten rijpen en gelijkmatig oud te laten worden. Maar meestal staat de scholiere, die na de zomervakantie begint aan de opleiding tot onderwijsassistent, op de markt.

Of het nu in Gouda, Amsterdam, Gorinchem of Berkenwoude is, een ding is iedere week hetzelfde: er komen zoveel verschillende soorten mensen aan de kraam. Annerinde: „De ene klant is heel kieskeurig. En de ander zegt: „Kijk maar, doe maar wat.” Als er kinderen bij zijn, maak je ze blij met een plakje kaas. Als ik mensen blij kan maken is mijn dag weer goed.”

Buitenlucht

Een dag op de markt begint vroeg en duurt lang, vertelt Annerinde. „Om zes uur kom ik mijn bed uit. Kwart over zeven zijn we dan op de markt in Gouda. We beginnen dan met het uitpakken van alle soorten kaas. Er zijn mensen die heel vroeg komen, omdat het dan lekker rustig is.”

Om tien uur begint het een beetje druk te worden. Van elf uur tot half twee is het z’n drukst, vertelt ze. „Daarna wordt het vaak iets rustiger. Om half vijf gaan we alles weer inpakken. Dan komen er trouwens ook nog wel mensen. Rond half zes zijn we weer bij het bedrijf. Na het uitladen en opruimen ben ik dan rond half zeven thuis.”

Het voordeel van deze bijbaan? Annerinde laat er geen misverstand over bestaan: „Je bent de hele dag lekker in de buitenlucht bezig. Ik ben een echte doener. Ik vind het heerlijk om met mijn handen werken. Vaak is het mooi weer en ik verdien er ook nog geld mee, wat wil je dan nog meer?”

Vrijdagavond

Vroeg opstaan is wel lastig, erkent Annerinde. „Op tijd naar bed gaan op vrijdagavond schiet er nog wel eens bij in. Terwijl ik toch de volgende dag vroeg op moet. Maar als ik eenmaal mijn bed uit ben en weer in de kraam sta, gaat het wel weer.”

Een ander nadeel van het bijbaantje? „Veel activiteiten worden op zaterdag georganiseerd. Daar kun je niet altijd bij zijn, dat vind ik wel jammer. ‘s Avonds ga ik ook niet veel meer weg; na een dag hard werken op de markt ben ik best moe.”

Voor het geld doet Annerinde het niet, al was dat wel de aanleiding om met dit werk te beginnen, geeft ze eerlijk toe. „Nu is het bijverdienen zeker de hoofdmotivatie niet meer. Het gaat me vooral voor het werk zelf en de contacten met de klanten. Het geld is dan een leuke bijkomstigheid.”

Belegen

Als je de hele dag kaas staat te verkopen, smaakt het je dan zelf eigenlijk nog wel? Annerinde lacht. „Zeker wel. Sowieso houd ik erg van kaas. En een stukje belegen boerenkaas, mijn favoriet, blijft altijd lekker.” Naast de ‘gewone’ Hollandse kazen verkoopt Annerinde steeds meer buitenlandse kazen.

„Vooral als er een voetbalwedstrijd is, kopen mensen graag verschillende soorten kaas om thuis een kaasplankje te maken. Zelf vind ik een buitenlandse kaas wel lekker voor een keertje. Daarna stap ik weer over op mijn eigen vertrouwde kaas.”

serie Vakantiebaan

Deel 2 in een serie over scholieren en studenten die vertellen over hun vakantiebaan. Volgende week vrijdag deel 3.