De vrouwen met kinderen onder de 13 jaar ervoeren in tegenstelling tot andere thuiswerkers geen betere werk-privébalans en konden minder vaak ongestoord hun werk doen, stelde het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) woensdag na onderzoek.

Moeders met jonge kinderen hadden slechts in een derde van de gevallen de beschikking over een eigen werkruimte, terwijl dit voor meer dan de helft van de vaders gold. Volgens het SCP is dit een deel van de verklaring. Het feit dat kinderen met een vraag eerder naar de moeder gaan omdat die doorgaans vaker thuis is, zou ook een rol kunnen spelen. Het onderzoek is uitgevoerd in het najaar van 2020 toen de scholen en kinderopvang open waren.

Bedrijven blijven „fors inzetten” op thuiswerken, ook na de coronacrisis, zo kwam woensdag naar voren uit een enquête in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat onder 1100 ondernemingen met meer dan honderd werknemers.

Uit het onderzoek blijkt dat 41 procent van de ondervraagde werkgevers volgend jaar met voorrang wil investeren in thuiswerken en 40 procent wil de arbeidsomstandigheden om thuis te werken verbeteren. Een kwart zet nadrukkelijk in op invoering van flexibele werktijden. Het ministerie is tevreden met de uitkomsten omdat door thuiswerken het aantal files en de CO2-uitstoot vermindert.

De overheid voelt er wel wat voor om thuiswerken ook in het ‘postcoronatijdperk’ te blijven stimuleren. Deels omdat werkenden de optie van thuiswerken wensen, en deels vanuit de verwachting dat thuiswerken het milieu spaart; en dat mensen met zorgtaken meer uren kunnen werken. Maar dat kan tegenvallen, aldus het SCP.

Meer zeggenschap over werktijden ervaren werknemers als een groot pluspunt, stellen de wetenschappers vast. Dit effect was zelfs nog wat nadrukkelijker aanwezig tijdens de coronapandemie dan daarvoor. Verder blijkt dat de doorsnee werknemer al met al in het najaar van 2020 geen hele grote moeite had om zijn of haar werk thuis te doen.

Vaders

Ook verbeterde de balans tussen werk en privé door thuiswerken iets meer, al merkten de onderzoekers flinke verschillen. Zo gaven mannen met jonge kinderen aan dat de aansluiting tussen werk en thuis verbeterde, terwijl die voor moeders met kinderen tot 13 jaar gelijk bleef. Vaders krijgen wel de lusten van het vaker zien van hun kinderen, maar niet de lasten van vaker gestoord te worden.

Daarom ligt het niet voor de hand dat vrouwen met jonge kinderen meer uren gaan werken als ze kunnen thuiswerken, zo geeft het SCP de overheid mee. Hoewel vrouwen met een deeltijdbaan in onderzoeken zeggen meer uren te willen maken als ze vanuit huis actief kunnen zijn, betwijfelt het SCP of dat ook praktijk wordt. Bij vrouwen zonder kinderen ligt dat wellicht anders.

Ook moet de overheid er rekening mee houden dat werknemers minder gaan thuiswerken dan ze aangeven te willen doen, zelfs als ze de keus hebben. In organisaties waar de gedachte heerst dat werknemers veel uren moeten maken en hun privéleven maar aan hun werk moeten aanpassen, kunnen werknemers bang zijn dat thuiswerken overkomt als een signaal van weinig betrokkenheid. Dat speelde het afgelopen jaar niet omdat iedereen zoveel mogelijk moest thuiswerken. Maar als werken op kantoor weer veilig genoeg is, kan die afweging weer terugkomen.