Het mandaat van de langlopende operatie zou eigenlijk zaterdag aflopen. Rusland, een van de vaste leden van de Veiligheidsraad met vetorecht, zou op het laatste moment een compromis zijn overeengekomen met de Verenigde Staten, een van de andere vaste leden.

De oorspronkelijke regeling was dat de noodhulp via grensovergangen geleverd kon worden in delen van Syrië die niet in handen zijn van de Syrische regering. Rusland - een bondgenoot van president Bashar al-Assad - stuurde de afgelopen maanden erop aan dat ook de laatste van ooit vier grensovergangen gesloten moest worden voor de noodhulp.

„Ouders kunnen met een gerust hart gaan slapen vannacht, wetende dat voor de komende twaalf maanden hun kinderen gevoed zullen worden. De humanitaire overeenkomst die we hier hebben bereikt zal letterlijk levens redden”, zegt de Amerikaanse ambassadeur bij de VN, Linda Thomas-Greenfield.

De VN en hulporganisaties waarschuwden eerder voor een catastrofe als de hulp niet zou worden voortgezet. Meer dan twee miljoen mensen in het door de rebellen bezette noorden en noordwesten van Syrië zijn afhankelijk van de hulp uit Turkije.

Rusland had geopperd dat de hulp die in die delen geleverd wordt eerst naar de Syrische hoofdstad Damascus gebracht moet worden, om van daaruit weer verdeeld te worden. De VN wilden daar niet aan, omdat de hulp dan afhankelijk is van de grillen van Assad.