Vlaanderen wil meer grip op moskee en kerk
Om meer grip te krijgen op de 26 erkende moskeeën in Vlaanderen, tuigt de Vlaamse regering een systeem op dat álle 1700 erkende lokale geloofsgemeenschappen in de gaten gaat houden. „Er ontstaat een algehele sfeer van wantrouwen.”
Net als in veel andere Europese landen is buitenlandse financiering van moskeeën de autoriteiten in België een doorn in het oog. De Vlaamse minister van Samenleven, Bart Somers, wil daar een einde aan maken en heeft daarom een zogenoemd decreet opgesteld met nieuwe erkenningsvoorwaarden voor geloofsgemeenschappen. Het Vlaams parlement zal daar naar verwachting nog voor het zomerreces mee instemmen.
Positief betekent het decreet dat erkenning van lokale geloofsgemeenschappen in Vlaanderen weer mogelijk wordt. Sinds 2017 kon dat niet meer, omdat er teveel onduidelijkheid bestond over de erkenningscriteria en de handhaving ervan. Het gevolg was dat tientallen aanvragen van lokale moskeeën, maar ook protestantse kerken, onbehandeld bleven liggen.
In België is erkenning niet alleen van maatschappelijk belang, maar geeft het ook toegang tot subsidie van de overheid. Daarbij hoort onder meer salariëring van voorgangers en de mogelijkheid een beroep te doen op de lokale autoriteiten bij tekorten in de begroting. In principe kunnen alle lokale geloofsgemeenschappen van de in België officieel erkende levensbeschouwingen (rooms-katholiek, protestants, anglicaans, orthodox, joods, islamitisch of vrijzinnig-humanistisch) erkenning krijgen.
Voordelen
De huidige praktijk is gevarieerd. Vrijwel alle parochies van de Rooms-Katholieke Kerk en gemeentes van de Verenigde Protestantse Kerk België zijn officieel erkend, net als de enkele anglicaanse en orthodoxe kerken. Maar lang niet alle moskeeën en evangelische kerken hebben een officiële status, vaak ook omdat ze die zelf niet willen.
De nieuwe voorwaarden zullen geen stimulans zijn daar verandering in aan te brengen. Naast een verbod op buitenlandse financiering komt er bijvoorbeeld een ondergrens van 200 leden. Een andere nieuwe regel is dat mensen die meer dan 500 euro per jaar aan de gemeenschap bijdragen, in een officieel register moeten komen.
Daarnaast komt er een proefperiode van vier jaar voor geloofsgemeenschappen die erkenning willen. Om op de naleving van de voorwaarden toe te zien, wil Somers een fors opgetuigde inspectiedienst voor de erkende geloofsgemeenschappen in het leven roepen.
Jelle Creemers, universitair hoofddocent aan de Evangelische Theologische Faculteit in Leuven en coördinator van het Instituut voor de Studie van de Vrijheid van Religie en Geloof (ISFORB), heeft grote bedenkingen bij het nieuwe decreet. Zijn belangrijke pijnpunt is dat het „een sfeer van wantrouwen richting geloofsgemeenschappen” ademt. Het document spreekt bijvoorbeeld ronduit negatief over niet-erkende gemeenschappen. In een memorie van toelichting heten die het „kaf”, dat van het koren moet worden gescheiden.
Wantrouwen
Het wantrouwen geldt volgens Creemers echter net zo goed de erkende geloofsgemeenschappen. De inspectie voor de erediensten krijgt verregaande bevoegdheden. Ze mag bijvoorbeeld onaangekondigd binnenvallen bij een kerk, moskee of synagoge en onmiddellijke inzage eisen in alle documenten en die meenemen. „Kan dat ook de concept-preek zijn waar de voorganger aan werkt?”, vraagt Creemers zich af. Inspecteurs mogen op elk gewenst moment, dus ook op zondagmorgen, een kerk binnenlopen en alle aanwezigen ondervragen en hun namen registreren.
„Tijdens voorafgaande besprekingen beloofden de autoriteiten dat er in redelijkheid gehandeld zal worden”, zegt Creemers. „Dat zal in veel gevallen vast zo zijn. Maar een decreet waaruit wantrouwen spreekt, vraagt erom ook met wantrouwen te worden bekeken.”
Dat wantrouwen spreekt ook uit zinsneden waarin erkende geloofsgemeenschappen gehouden worden aan de mensenrechten. „Dat mag toch verondersteld worden”, zegt Creemers. Tegelijk roept de precieze invulling daarvan vragen op. Kunnen rooms-katholieke kerken in de toekomst bijvoorbeeld op de vingers getikt worden omdat geestelijken er man moeten zijn of synagogen vanwege besnijdenis?
Het hele decreet is wat Creemers betreft sowieso een „symbooldossier.” „De overheid wil grip op moskeeën waar radicale boodschappen klinken. Maar die klinken nu juist niet zozeer in de erkende moskeeën, waarop dit hele plan zich richt.”
Hij wijst er bovendien op dat moslims die radicaliseren hun ideeën vooral op internet opdoen. „Toch krijgen bijna 1700 geloofsgemeenschappen in Vlaanderen straks met verregaande administratieve rompslomp te maken en met bepalingen die raken aan fundamentele vrijheden. Ik vind dat onbegrijpelijk.”