Zweden en Estland begonnen aan nieuw onderzoek naar ramp Estonia
Schepen met onderzoekers zijn uit Zweden en Estland vertrokken naar de plek waar in 1994 de MS Estonia zonk, met 852 doden tot gevolg. Zweden heeft een wetswijziging doorgevoerd om nieuw onderzoek mogelijk te maken naar de oorzaak van het drama. „Het duiken begint morgen”, zei een bestuurder van onderzoeksraad SHK donderdag.
De Estonia zonk tijdens een zware storm op de Oostzee op weg van Tallinn naar Stockholm. Onderzoekers concludeerden aanvankelijk dat de ramp vermoedelijk is veroorzaakt door problemen met de boegklep, al circuleren er ook allerlei alternatieve theorieën over de grootste Europese scheepsramp sinds de Tweede Wereldoorlog. Die lopen uiteen van een botsing met een duikboot tot een explosie aan boord.
De discussie over de oorzaak van de ramp kreeg vorig jaar een nieuwe impuls door een documentaire met nieuwe beelden van de rampplek. Documentairemakers toonden beelden van twee grote gaten in de romp van de gezonken veerboot. De autoriteiten wilden daar meer van weten, maar konden niet zomaar een team naar de rampplek sturen.
Dat komt omdat de rampplek als massagraf een beschermde status heeft. Het is illegaal om het scheepswrak te verstoren en dat leidde ook nog tot een rechtszaak tegen de documentairemakers, die uiteindelijk niet zijn veroordeeld. Nu Zweden de regelgeving heeft aangepast, kan alsnog een officieel onderzoek van start gaan.
Op de Oostzee begint nu eerst een kleinschalig vooronderzoek. De Zweedse onderzoeksraad verwacht dat het volledige onderzoek in het voorjaar van 2022 is afgerond.