„Verkeersinzicht van jongeren gebrekkig”
Zeker achttien doden, van wie het merendeel rond de twintig jaar. Een ramp ergens ver weg? Neen. De slachtoffers vielen vanaf Goede Vrijdag tot en met tweede paasdag op de Nederlandse wegen. „We halen ons rijbewijs en denken dat we kunnen rijden.”
„Ongelooflijk. Te gek voor woorden.” H. J. Eggink, coördinator verkeershandhaving bij de politie in Noord- en Oost-Gelderland, verbaast zich over het gemak waarmee Nederlanders accepteren dat er ieder weekend weer ettelijke verkeersdoden vallen. Rond de paasdagen vielen niet minder dan achttien slachtoffers. „Verschrikkelijk dat er zo veel jeugd bij betrokken is. Moet je nagaan wat voor leed dat teweegbrengt”, zegt Eggink op het politiebureau in Lochem. „Toch lijken we alleen echt te worden opgeschrikt als iemand uit onze naaste omgeving omkomt in het verkeer.”
Een van de schrijnendste ongevallen deed zich in de nacht van zondag op maandag in Waalwijk voor. Een auto met daarin zes jonge mensen belandde na een inhaalmanoeuvre tegen een boom. Drie jongemannen (twee van 19 en een van 22 jaar) en een 17-jarig meisje kwamen om het leven. Twee vrouwen van 21 liggen zwaargewond in het ziekenhuis.
„Als ik zo’n bericht lees”, reageert Eggink, „dan denk ik: Beseften die jongelui wel dat een auto met zes man in onbalans kan raken en dat de auto kan reageren alsof je met een caravan op pad bent? Waren ze zich ervan bewust dat je dan een langere remweg nodig hebt en bochten minder soepel kunt nemen?”
Gebrekkig verkeersinzicht ligt vaak ten grondslag aan auto-ongelukken onder jongeren, weet Eggink. „Uit onderzoek blijkt dat je ongeveer zeven jaar regelmatig auto moet rijden voordat je wat ervaring hebt. Jongeren halen hun rijbewijs en denken vaak dat ze dan kunnen rijden. En juist dan gaat het vaak mis.
Jongeren kunnen afstanden vaak nog niet goed inschatten en remmen dan te laat. Eenzijdige ongevallen, waarbij een auto uit de bocht vliegt, doen zich dan ook meestal onder jeugdige autorijders voor. Met piepende banden optrekken is niet zo’n kunst, maar het wordt anders als je met 80 een scherpe bocht moet nemen.”
Feit is dat jeugdige autorijders vaak weinig kaas hebben gegeten van defensief rijden, stelt Eggink. „Stel dat je een onoverzichtelijke bocht tegemoetrijdt. Een jonge automobilist kan dan gaan denken: Die bocht loopt wel verder, gewoon doorrijden. Een ervaren chauffeur zal echter snelheid minderen, je weet nooit wat er zich achter die bocht bevindt.
Iets anders: een pasbegonnen autorijder bevindt zich op een voorrangsweg. Van links komt een auto. Ik heb voorrang, denkt die jonge chauffeur. Doorrijden dus. Heb je meer ervaring, dan kijk je toch eerst even wat die auto links van je doet. Misschien is de chauffeur op zoek naar een straat en let hij niet op of is hij in gedachten verzonken. Verkeer is immers ver-keren. Samen zijn.”
Meer dan eens is het pure bravoure die jonge weggebruikers opbreekt. „Een paar weken geleden pakten we nog twee jongens in Apeldoorn. Die raceden met 100 kilometer per uur door de bebouwde kom. Er moet maar net een kind oversteken. In de Achterhoek kennen ze racewedstrijden. Wie is er het snelst op een lang stuk weg. Levensgevaarlijk.” Hardnekkig probleem is dat nogal wat jeugdige rijders geen autogordel dragen. „Tijdens de rijlessen houden ze zich keurig aan de regels, maar hebben ze eenmaal dat roze papiertje, dan kunnen sommigen van hen de verantwoordelijkheid niet dragen. Als je je gordel niet omdoet, is dat pure gemakszucht. Het is een enkele seconde werk. Als je met 50 kilometer per uur mét gordel ergens tegenaan botst, overleef je dat. Zonder gordel weet ik dat nog zo niet.”
Alcohol ziet Eggink niet als het grootste probleem onder jeugdige chauffeurs. „Vergeleken met 25 jaar geleden dringt steeds meer het besef door dat autorijden en alcohol gewoon niet samengaan. Bij steekproeven 25 jaar geleden bleek 1 op de 70 chauffeurs te veel te hebben gedronken. Nu is dat 1 op de 175. En dan gaat het meestal om mensen tussen de 30 en 45 jaar.”
Eggink kan er met zijn verstand niet bij dat mensen na het behalen van hun rijbewijs aan hun lot worden overgelaten. Het rijbewijs nieuwe stijl juicht hij dan ook toe. In dat systeem krijgen geslaagden voor vijf jaar een rijbewijs. Als ze in die periode te veel brokken maken, moeten ze opnieuw rijexamen doen. De verkeersspecialist wil nog wel een stap verdergaan. „Het is goed om ook na tien jaar mensen te testen op hun kennis van de theorie, en bovenal op hun verkeersinzicht.”