Dr. Frits Zwart gaat in biografie „ander beeld” van Jan Zwart schetsen
Dr. Frits Zwart werkt aan een biografie over Jan Zwart. Daarin verwacht hij een ander beeld van zijn grootvader te schetsen dan velen op dit moment hebben. Eind volgend jaar wil dr. Zwart de biografie af hebben.
Dat vertelt de musicoloog in een interview in het jongste nummer van De Orgelvriend. Het maandblad sprak met dr. Frits Zwart (1954) vanwege diens pensionering per 1 januari dit jaar als directeur van het Nederlands Muziek Instituut (NMI) in Den Haag.
In het artikel geeft dr. Zwart –zoon van Dirk Jansz. Zwart– aan al een poosje bezig te zijn met de biografie van Jan Zwart (1877-1937). Hij wil echter nog het nodige archiefonderzoek doen, onder andere naar de leerlingen van zijn opa en vooral ook naar de concertprogramma’s die Zwart speelde. „Als je wilt weten wat Jan Zwart in zijn mars had, moet je naar zijn programma’s voor de orgelseries in Amsterdam (De Kloof, zo’n 40 concerten per jaar) en Alkmaar (Grote of Sint-Laurenskerk, ca. 20 concerten) kijken”, aldus dr. Zwart. „Daar speelt hij zijn gehele orgelrepertoire, van oud tot eigentijds.” De concerten hebben volgens dr. Zwart „één ding gemeen: ze zijn in feite propaganda voor het orgel als concertinstrument. En wat ook opvalt: géén samenzang na afloop. Dat is iets wat denk ik zijn leerling Feike Asma erin gebracht heeft.”
Volgens dr. Zwart wordt er tegenwoordig vaak gesproken over de ”Jan Zwartschool”, waarmee „een bepaalde manier van koraalmuziek maken” wordt bedoeld, maar was zijn grootvader „helemaal niet met een Jan Zwartschool bezig.”
Ook het beeld dat vaak wordt geschetst van Jan Zwart als „een soort evangelist of profeet op de orgelbank” behoeft volgens dr. Zwart nuancering. Hij verwacht in zijn biografie „een ander beeld van hem te schetsen.”