Op de olietermijnmarkt van Londen ging de notering van een vat (159 liter) Brent-olie uit de Noordzee voor levering in mei dinsdag van 25,92 naar 27,63 dollar, een stijging van 6,5 procent.

Sinds eind februari is de olieprijs met meer dan een kwart gestegen. Maandag was in New York de prijs van een vat Amerikaanse olie voor het eerst in zeven maanden boven de 27 dollar uitgekomen. De notering stond even op 27,40 dollar.

Irak heeft voorgesteld olie als wapen te gebruiken in het Midden-Oosten-conflict en geen olie meer te leveren aan landen die Israël steunen. Dat doet herinneren aan het olie-embargo van 1973. Van enkele Arabische olieproducerende landen is echter al vernomen dat dat niet zal gebeuren.

„Hoe kunnen we onze Palestijnse broeders steunen als we geen inkomsten meer hebben”, vroeg een Koeweits delegatielid bij een islamitische conferentie in Maleisië zich af. Naji Sabri, minister van Buitenlandse Zaken van Irak, verklaarde dat het oliewapen alleen kan werken als de olieproducerende landen samenwerken.

De OPEC, de Organisatie van Olie-Exporterende Landen, is niet van zins nu al in te grijpen om aan de stijging van de olieprijs een eind te maken. De organisatie hanteert een bandbreedte voor haar olieprijs van 22 tot 28 dollar per vat. Pas als de prijs gedurende lange tijd op 30 dollar staat, valt te verwachten dat de OPEC haar productie uitbreidt om de prijs omlaag te krijgen, aldus een functionaris van het oliekartel.

Europees Commissaris Loyola de Palacio (Transport) zei dinsdag dat een stabiele olieprijs in het belang is van de consumenten en de producenten. Ze verwacht dat de olieproducenten hun verantwoordelijkheid nemen en te grote koersschommelingen zullen vermijden.