Getuigen blijven weg uit rechtszaal in cold case Milica van Doorn
Drie getuigen die zouden worden gehoord in de strafzaak in hoger beroep tegen Hüseyin A. (50) zijn donderdag weggebleven uit de zittingszaal van het gerechtshof in Amsterdam. A. wordt verdacht van het verkrachten en doden van de 19-jarige Zaanse Milica van Doorn in 1992. Het gaat om de vrouw en twee dochters van A. Het hof bepaalde dinsdag, op aangeven van A.’s advocaat, dat zij moesten worden gehoord. Het Openbaar Ministerie zei het donderdag „onbegrijpelijk en schaamteloos” te vinden dat de getuigen er niet waren en het verhoor niet door kon gaan.
De zittingen in de zaak tegen A. worden steevast bijgewoond door een grote groep nabestaanden en vrienden van het slachtoffer. Dinsdag werd al duidelijk dat de afdoening van de zaak in hoger beroep fikse vertraging oploopt, omdat A. onlangs een andere advocaat in de arm nam. Die heeft om extra getuigenverhoren gevraagd.
Milica van Doorn werd in de nacht van 7 op 8 juni 1992 in de Zaanse wijk Kogerveld verkracht en met extreem geweld om het leven gebracht. De zaak bleef lang onopgelost. In 2017 kwam A. als verdachte in beeld, na een zogeheten DNA-verwantschapsonderzoek waaraan zijn broer had meegewerkt. Een in het lichaam van het slachtoffer gevonden spermaspoor wees A. als vermoedelijke dader aan.
Na zijn arrestatie heeft A. verschillende verklaringen afgelegd. Tijdens het proces bij de rechtbank in 2018 kwam hij met een theorie die het gevonden spermaspoor zou moeten verklaren. A. zei dat hij een geheime seksuele relatie met Milica heeft gehad en dat zijn sperma door een eerder contact in haar lichaam moet zijn achtergebleven. De rechtbank kwalificeerde dit alternatieve scenario als „een verzonnen verhaal”. De rechtbank legde hem twintig jaar cel op.
Eerder dit jaar probeerde A. alsnog van het door hem ingestelde hoger beroep af te komen. Hij loopt het risico bij een veroordeling door het hof langer te moeten zitten, omdat per 1 juli een nieuwe regeling voor de vervroegde vrijlating van kracht is geworden.
Het getuigenverhoor van A.’s familieleden zal op een nader te bepalen datum alsnog plaatsvinden, zo heeft het hof besloten.