Dood hulpverleenster schokt Britten
De Britten hebben woensdag met woede en ontzetting op de moord op hulpverleenster Margaret Hassan gereageerd. Een officiële bevestiging van de dood van de ontvoerde Brits–Iraakse bleef uit. Bij nabestaanden en autoriteiten lijkt echter iedere hoop vervlogen dat ze nog leeft.
In het Britse parlement herdacht premier Blair de leidster van de Iraakse afdeling van de internationale hulporganisatie CARE. De regeringsleider wees erop dat Hassan zich ruim dertig jaar had ingezet voor het welzijn van het Iraakse volk.
De Britse media uitten hun afschuw en onbegrip over de mogelijke moord. Een herdenkingsbijeenkomst in Ierland, waar Hassan was geboren, trok duizend belangstellenden. De Arabische Liga bestempelde de moord op Hassan als een criminele, terroristische daad. Ook westerse leiders veroordeelden de daders van de „weerzinwekkende" moord eensgezind.
Dinsdag had de Arabische nieuwszender al–Jazeera bekendgemaakt dat er een videoband was opgedoken met beelden van de executie van een geblinddoekte vrouw. De Iraakse echtgenoot van Hassan liet weten dat het slachtoffer waarschijnlijk zijn vrouw is. De Britse autoriteiten stelden na analyse van de beelden vast dat het bij de vermoorde vrouw mogelijk om de hulpverleenster gaat.
De 59–jarige Hassan was op 19 oktober op weg naar haar werk ontvoerd. Haar kidnappers eisten tevergeefs de terugtrekking van de Britse troepen uit Irak.
Ook een andere gewelddadige dood in Irak leidde woensdag tot verontwaardiging. De Arabische Liga eiste een onderzoek naar de dood van een gewonde Irakees, die door een Amerikaanse militair zou zijn doodgeschoten.
De desbetreffende soldaat moet worden aangeklaagd voor oorlogsmisdaden. Ook moeten andere soortgelijke incidenten in andere plaatsen in Irak nader onderzocht worden, stelde een woordvoerder van de Arabische Liga.
In de Arabische wereld is woedend gereageerd op de televisiebeelden van de Amerikaanse marinier die een ongewapende gewonde Irakees doodschiet. De beelden zijn veelvuldig op Arabische televisiestations uitgezonden. Veel Arabieren constateren dat de haat tegen de Amerikanen met de dag groeit. De angst bestaat dat hierdoor meer terroristen worden gecreëerd.
De rebellen in Irak worden ook bekritiseerd, omdat zij islamitische gebedshuizen gebruiken als uitvalsbasis voor acties en opslagplaats van wapens. Bovendien vinden veel Arabieren het vermoorden van onschuldige burgers onacceptabel.
Ondertussen gaat het geweld in Irak gewoon door. In het zuiden van de opstandige stad Fallujah werd opnieuw hevig gevochten. Amerikaanse artillerie en gevechtsvliegtuigen bombardeerden doelen in het zuidelijk deel, de laatste plek in de stad waar na anderhalve week van gevechten nog op grote schaal verzet wordt geboden.
Zeker vijf Irakezen kwamen om door een aanslag met een autobom in het Noord–Iraakse Baiji. Bij de ontploffing in de buurt van een Amerikaanse militaire basis en een markt raakten minstens vijftien mensen gewond.