Inflatie eurozone licht gedaald in juni naar 1,9 procent
De inflatie in de eurozone is in juni licht gedaald naar 1,9 procent op jaarbasis, van 2 procent in mei. Dat meldde het Europese statistiekbureau Eurostat op basis van een voorlopige schatting. Dat kwam omdat de energieprijzen en de prijzen van bepaalde diensten minder sterk stegen dan een maand eerder.
De oplopende inflatie door het sterke economische herstel van de coronacrisis speelde de laatste tijd een belangrijke rol op de financiële markten, omdat centrale banken daardoor mogelijk eerder de rente zouden kunnen verhogen. Beleidsmakers van onder meer de Europese Centrale Bank (ECB) hebben gezegd dat de sterkere inflatie waarschijnlijk van tijdelijke aard is.
Dat laatste lijkt met het cijfer van Eurostat nu inderdaad even het geval te zijn, maar kenners verwachten dat de inflatie weer verder kan gaan oplopen, onder meer vanwege de hogere grondstoffenprijzen voor de industrie, die dan doorberekend gaan worden aan afnemers. De prijzen van industriële goederen gaan daardoor nu al omhoog.
De zogenoemde kerninflatie, dus zonder de schommelende prijzen van energie, voedsel en genotsmiddelen, kwam in juni uit op 0,9 procent op jaarbasis. Dat was 1 procent in mei.
De inflatie komt nu min of meer overeen met de doelstelling van de ECB. In mei kwam de inflatie in het eurogebied met 2 procent nog uit op het hoogste niveau sinds oktober 2018. Binnen de landen van de eurozone werd de hoogste inflatie gemeten in Estland met 3,7 procent. In Portugal is sprake van een negatieve inflatie van min 0,6 procent. In Nederland kwam de inflatie volgens Eurostat uit op 1,7 procent.