Traditionele rolverdeling zorgt voor lager inkomen moeders
Dat veel werkende vrouwen na het krijgen van kinderen er in inkomen op achteruitgaan, lijkt vooral te maken te hebben met de traditionele rolverdeling in het gezin. Dat ligt niet per se aan een tekort aan plekken op de kinderopvang. Dat komt naar voren uit een studie van het Centraal Planbureau (CPB) naar de reden van de inkomstendaling, die is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Uit eerder onderzoek kwam naar voren dat het inkomen van moeders zeven jaar na de geboorte van hun eerste kind gemiddeld 46 procent lager ligt dan dat van vergelijkbare vrouwen zonder kinderen. Dat komt vooral doordat vrouwen minder uren gaan werken. Bij mannen geldt dit niet. In stellen met twee vrouwen zijn de veranderingen in het inkomen na het krijgen van het eerste kind meer gelijk verdeeld tussen de partners.
In het nieuwe onderzoek is onder meer gekeken naar het effect van de uitbreiding van plekken in de kinderopvang op de inkomsten van moeders. Vanwege de verhoging van de kinderopvangtoeslag nam het aantal plekken in de opvang fors toe in de periode 2006 tot en met 2009. In gemeenten waar dat aanbod steeg, was de inkomstendaling van moeders minder sterk dan in gemeenten waar dat niet het geval was. Het effect is volgens het CPB echter met een daling van 6,5 procent beperkt en laat dus een groot deel van de inkomensafname onverklaard.
Onder mensen die vaker een bezoek brengen aan een kerk of een andere religieuze bijeenkomst leeft doorgaans een traditioneler beeld over de verdeling van arbeid en zorg tussen moeders en vaders. In gemeenten waar het kerkbezoek hoger ligt, daalt het inkomen van vrouwen gemiddeld gezien ook harder.
Verder is ook naar migratieachtergrond gekeken. Moeders met een migratieachtergrond in Suriname of de Nederlandse Antillen blijven na het krijgen van kinderen meer uren werken dan moeders zonder migratieachtergrond. Moeders met een migratieachtergrond in Marokko of Turkije stoppen juist vaker helemaal met werken. De verschillen treden ook op onder hoogopgeleide moeders.
De inkomensdaling in Nederland is volgens het CPB in vergelijking met landen als Zweden en Denemarken relatief groot, maar nog niet zo sterk als in Oostenrijk en Duitsland. Het CPB waarschuwt dat minder werken na de geboorte van een kind ook minder economische zelfstandigheid betekent. Het kan ook effect hebben op de verdere carrière en pensioenopbouw.