Luthermuseum toont geschiedenis van de zorg
Het Luthermuseum in Amsterdam stelde in coronatijd de tentoonstelling ”Zorg!” samen. Over een diaconessenhuis aan het Vondelpark, applaudisseren voor de zorg en de rollator van het voormalige weesmeisje.
In de herenregentenkamer van het Luthermuseum aan de Nieuwe Keizersgracht opent Tonko Grever, kwartiermaker van het museum, de luiken voor de ramen. Buiten vaart een bootje door de gracht. Binnen is het museum klaar voor de heropening, na maanden dicht te zijn geweest.
De tijd gebruikte Grever, samen met de vrijwilligers van het museum, om een tentoonstelling te maken over zorg. „Zorg is een kerntaak van het lutheranisme. Dat begint al bij Luther zelf. Hij was een voorstander van de opvang van wezen, zieken en andere behoeftigen. De evangelisch-lutherse gemeente van Amsterdam heeft altijd in die lijn gestaan en veel belang gehecht aan zorg voor weeskinderen, zieken en ouden van dagen. Ik vond het opvallend dat er tijdens de eerste lockdown een welverdiend applaus was voor de zorg en tijdens de tweede lockdown vooral gemopper. Zorg verdient juist onze aandacht en waardering.” De tentoonstelling, ingericht in de gang en de regentenkamers van het voormalige Oude Mannen- en Vrouwenhuis, biedt een chronologisch overzicht van de zorg die vanaf de 17e eeuw plaatsvond door de diaconessen van de lutherse gemeente.
Kostenpost
Blikvanger van de expositie zijn drie paspoppen met daarop drie verschillende soorten diaconessenkleding. Een zwarte jurk voor de zondag, een blauwe jurk voor de winter en een lichtblauwe jurk met een wit schort voor de zomerdagen. Baukje Visser was de laatste diacones die tot het einde van haar leven de bijbehorende kleding droeg. Na haar overlijden verdween de kleding in het archief van het Luthermuseum. Grever: „Het was een hele toer om het netjes tentoon te stellen. De gemiddelde paspop volstaat niet, dus die hebben we eerst op maat laten maken. De diaconessenkleding werd destijds namelijk ook op maat gemaakt.”
De kleding was altijd een van de grote kostenposten van het aan het Vondelpark gevestigde Luthers Diakonessen Ziekenhuis, dat later met twee andere ziekenhuizen opging in het huidige BovenIJ ziekenhuis. De muur tegenover de paspoppen laat de ontwikkeling zien van de kleding die de diaconessen droegen vanaf het begin in 1887 tot aan de jaren negentig van de twintigste eeuw. Een van de diaconessen heeft de kleding geschilderd. Grever: „Stijlvol en heel herkenbaar, maar om te werken lijkt het me erg onhandig. Allerhande strikken, knoopjes en een los boordje dat dan ook nog oncomfortabel met een drukknoop in de nek vastzit. Dan kon je het boordje vaker wisselen zonder dat de rest in de was hoefde.”
Rollator
Ondanks dat het oorspronkelijke ziekenhuis niet meer bestaat, is de diaconale zorg bij de lutherse gemeente in Amsterdam nog steeds een belangrijk uitgangspunt. In de hoofdstad werken meer dan honderd vrijwilligers, ondersteund door het diaconaal centrum In de Zwaan, aan het omzien naar elkaar.
Om de verbinding met verleden te illustreren is het schilderij van Johannes Jelgerhuis uit 1820 nagemaakt. Op het oorspronkelijke schilderij, gemaakt in wat nu het Luthermuseum is, zijn spelende weeskinderen te zien en een oudere vrouw met wandelstok. De foto, 200 jaar later genomen vanuit dezelfde hoek, toont spelende kinderen uit een buurtproject. Op de achtergrond een oudere vrouw, nu met rollator. Bijzonder detail: ooit was zij een luthers weesmeisje.