EU-sancties voor kopstukken en inkomstenbronnen junta Myanmar
De EU heeft nog eens acht steunpilaren van de junta in Myanmar sancties opgelegd. Onder hen is de minister van Binnenlandse Zaken, die de politie onder zich heeft en dus volgens Brussel een groot aandeel in de onderdrukking van de democratische oppositie heeft. Ook drie bedrijven in handen van het leger en een vereniging van oorlogsveteranen worden gestraft.
De EU nam al twee keer eerder strafmaatregelen tegen kopstukken van het Myanmarese leger, dat in februari de democratisch gekozen regering van Aung San Suu Kyi aan de kant schoof. Maar de junta drukt de protestbeweging tegen die coup nog altijd met ijzeren vuist de kop in. Activisten spreken van meer dan achthonderd doden. Duizenden demonstranten en oppositieleden zouden zijn opgesloten.
De minister van Binnenlandse Zaken, de baas van het Openbaar Ministerie en onder anderen enkele onderministers mogen de EU niet langer in. Ook verliezen ze de toegang tot geld dat ze daar hebben gestald. Drie bedrijven die met de handel in hout en edelstenen geld verdienden voor het leger mogen geen zaken meer doen met de EU. Ook hun Europese tegoeden worden bevroren.
De EU trekt met de nieuwe sancties min of meer samen op met bijvoorbeeld de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk.