China roept landgenoten op Afghanistan snel te verlaten
China heeft landgenoten in Afghanistan opgeroepen dat land zo snel mogelijk te verlaten. Het ministerie van Buitenlandse Zaken en de ambassade in Kabul hebben volgens de staatsmedia de dringende oproep gedaan, omdat er zo veel terroristische aanslagen zijn. De buitenlandse troepen die de regering van Afghanistan helpen verdedigen tegen de extremistische Taliban, worden teruggetrokken.
De toenmalige Amerikaanse president Donald Trump wilde dat Amerika zich niet meer met de problemen van Afghanistan zou bezighouden en de troepen er na bijna 20 jaar strijd terugtrekken. Daarom sloot zijn regering eind februari vorig jaar een akkoord met de Taliban, buiten de Afghaanse regering om. Hij beloofde de troepen voor 1 mei dit jaar terug te trekken. De nieuwe president Joe Biden heeft de uiterste datum van terugtrekking verschoven naar 11 september, maar de resterende militairen zijn vooral bezig hun biezen te pakken.
De Taliban zijn na het akkoord over het algemeen opgehouden met het bestoken van buitenlandse troepen, maar de Afghaanse strijdkrachten bestrijden ze des te heviger. Door het aanstaande vertrek van de Amerikanen hebben de Afghaanse troepen bijvoorbeeld nu nauwelijks nog luchtsteun. De Taliban winnen terrein.
Trump stelde als voorwaarde dat de Taliban onder meer onderhandelingen over een bestand en over vrede zouden voeren met andere partijen in het land. Die zijn nog steeds vruchteloos. De Taliban hebben beklemtoond dat ze willen blijven onderhandelen en blijven streven naar een echte islamitische staat. In de jaren 1996 - 2001 was er een schrikbewind van de soenitische extremisten van de Taliban. De Taliban zijn voornamelijk leden van de Pathaanse bevolkingsgroep in het oosten en zuiden van het land. Dat is de grootste bevolkingsgroep, maar niet de meerderheid in Afghanistan. Naar schatting bijna 60 procent van de Afghanen behoort tot andere groepen. Het zijn vooral etnische Tadzjieken, Oezbeken of sjiitische Hazara’s.
De Afghaanse president Ashraf Ghani heeft dit weekend zijn legerleider en de ministers van Defensie en Binnenlandse Zaken vervangen. De stap volgt op steeds meer verliezen aan de kant van de regeringstroepen die in 28 van de 34 provincies strijd moeten leveren tegen de Taliban. Vrijdag nog sneuvelden 24 leden van een Afghaanse elite-eenheid en raakten er tientallen gewond bij een vergeefse poging een district in het noorden te heroveren dat de Taliban hadden ingenomen.
De Taliban hebben zeker dertig districten veroverd sinds de Amerikaanse regering in april aankondigde dat alle NAVO-troepen er voor 11 september weg zijn. Het is die dag 20 jaar geleden dat de VS werden getroffen door terroristische aanslagen in New York en Washington. Dat vormde de aanleiding voor de aanval op het schrikbewind van de Taliban. De man die achter de aanslagen zou hebben gezeten, Osama bin Laden, was een gast en financier van de Taliban.