„Het speelt bijvoorbeeld ook op het werk en vergt op allerlei fronten maatregelen”, aldus een woordvoerder van de raad, die de belangen van het voortgezet onderwijs behartigt. „In het onderwijs zou je er iets aan kunnen doen, maar je gaat het er niet oplossen.”

Volgens de Algemene Onderwijsbond (AOb) wil „iedere leraar werken aan inclusie. Ze doen hun uiterste best”, aldus een woordvoerder. „Maar het maakt heel veel uit waar je wieg staat. Als je in een achterstandswijk bent geboren en thuis wordt geen Nederlands gesproken, dan is het alsof je met tien kilometer achterstand aan een marathon begint. Op een school in een andere buurt hebben ouders het geld om huiswerkbegeleiding in te schakelen. Aan die verschillen kun je als leraar niets doen.”

Ook de PO-Raad laat weten dat „kansengelijkheid een opdracht is van de hele maatschappij, waarin het onderwijs een rol heeft, maar dat zeker niet alleen kan doen”. De PO-Raad vertegenwoordigt de basisscholen.

De SER stelt dat de kwaliteit van het onderwijs verbeterd moet worden door het lerarentekort aan te pakken. De salarissen moeten omhoog, de werkdruk omlaag en de klassen moeten kleiner. Het zijn punten die verschillende onderwijsorganisaties al veel langer aankaarten. „Als het over kansenongelijkheid gaat, helpt het lerarentekort natuurlijk niet mee”, aldus de AOb. Verder zegt de SER dat onder meer brede brugklassen kunnen helpen bij het verkleinen van kansenongelijkheid. Ook daar staan AOb, de VO-raad en de PO-Raad achter.